RwandaOog in oog met berggorilla’s in Rwanda
Ik ben er klaar voor: bergschoenen, zonnebrand, muggenmelk, regenjack, regenbroek, pet, hooggesloten blouse, tuinhandschoenen. Tuinhandschoenen? In Volcanoes National Park, het leefgebied van een groot deel van de laatste 1000 berggorilla’s, vieren brandnetels hoogtij. Goede bescherming is geen overbodige luxe. Vaccinaties gehaald, visum geregeld, paklijst gecheckt: jungle proof! Of toch niet? De bagageband op Kigali International Airport blijft zorgwekkend leeg. Al snel wordt duidelijk dat onze zorgvuldig ingepakte tassen zijn gestrand. Bij de transfer in Nairobi? Nee! Op Schiphol in Amsterdam. Overdrijven is niet nodig: víjf minuten voor vertrek naar de jungle arriveert een auto met onze bagage in de kofferbak. Fieuw.
Bedreigde diersoort
De berggorilla is – ondanks zijn onverwoestbare uiterlijk – één van de meest bedreigde diersoorten ter wereld. De apen zijn de pineut van bedreigingen in de vorm van jacht, illegale houtkap, oorlogen en inkrimping van hun leefgebied. Het goede nieuws: het aantal exemplaren neemt de laatste jaren mondjesmaat toe. En dat is geen toeval in een regio waar een conflict heerste. De gitzwarte bladzijde uit de Rwandese geschiedenis voltrok zich nog geen 25 jaar geleden. Tijdens de genocide in 1994 werden bijna een miljoen mensen vermoord. Met dank aan de inspanningen van natuurbeschermers, in samenwerking met de lokale bevolking, is de berggorilla zonder al te veel kleerscheuren uit de strijd gekomen.
Oud-stropers dragen voor 10 dollar de tassen
Gorillatrack
Voor dag en dauw gaan we naar de voet van de vulkaan. Op de intekenlijst voor de gorillatrack wordt gevraagd naar een naam en telefoonnummer, in geval van nood. Een geruststellende gedachte… We worden voorgesteld aan onze gids: Olivier. Gelukkig straalt hij een rust uit waarvan zelfs de meest nerveuze toerist kalm wordt. Hij vertelt over de groep berggorilla’s waarnaar wij op zoek gaan. De familie is in 2003 door de politieke onrust verhuisd van buurland Congo naar Rwanda. Het gaat relatief goed met de kleine populatie berggorilla’s, maar achter de schermen wordt veel werk verzet om de dieren te beschermen.
Wereld Natuur Fonds
Ook in Rwanda ligt het gevaar op de loer. Voor de arme bevolking is het verleidelijk om in het park water te halen, hout te kappen of te jagen. Met steun van onder andere het Wereld Natuur Fonds riep het Internationaal Gorilla Conservatie Programma projecten in het leven waarbij het mes aan twee kanten snijdt. Zowel de berggorilla als de lokale bevolking profiteert mee. Met ecotoerisme wordt verreweg het grootste succes geboekt. De berggorilla is de grootste attractie. Toeristen betalen 1500 dollar voor een ontmoeting met de apen.
- © Shutterstock
Toerisme helpt
Bob en Lindy uit Chicago sluiten zich bij ons aan. Het is ze aan te zien dat ze niet op een houtje hoeven te bijten: ze zien eruit om door een ringetje te halen. Van top tot teen in het nieuw, rechtstreeks vanuit de mall in hun thuisland naar de ondoordringbare binnenlanden van Afrika. Toerisme brengt jaarlijks in Rwanda honderden miljoenen dollars op. Goed nieuws voor mens én dier. Locals worden opgeleid tot gids, oud-stropers dragen voor 10 dollar de tassen, anderen maken berggorillaatjes van ‘goed hout’ voor de verkoop in de toeristenshop. Massatoerisme is niet het antwoord op de problematiek, want strenge regels zijn noodzakelijk om de veiligheid van de apen te waarborgen. Het is geen zoete inval in het bos; per dag krijgt een berggorillafamilie maximaal een uur visite van één groepje toeristen. Verkouden of grieperig? Dan gaat het feest niet door. Het risico van overdracht van ziektes van mens op gorilla is aanwezig. Een ander aandachtspunt is afstand houden: zeven meter tussen jou en de gorilla. Dichter bij de ijzersterke dieren lijkt ons ook niet nodig…
De paden op, de lanen in
De wandeltijd varieert per track: berggorilla’s gaan hun eigen weg en houden geen rekening met bezoektijden. De jungle is een haast ondoordringbare groene mengelmoes van lianen, brandnetels, kruid- en grasachtigen. In combinatie met het hoge luchtvochtigheidgehalte is het geen peulenschil om je een weg te banen. Voor Olivier is de tocht wél een koud kunstje. Met het grootste gemak stapt hij door het dichtbegroeide oerwoud; hij loopt alsof hij door een strak betegelde supermarkt paradeert. Hij wel, wij niet. Splash. De buffelpoep reikt tot aan onze knieën.
Hoi, berggorilla’s!
Na tweeënhalf uur klimmen, klauteren, zwoegen en zweten, op 2800 meter, in een stuk bamboebos, staan we oog in oog met de eerste berggorilla. Letterlijk. De apen lijken zich niet druk te maken om hun visite. Twee tien maanden oude aapjes rollebollen over de grond. Moeder houdt een oogje in het zeil en is razendsnel ter plekke als het uit de hand dreigt te lopen. Eén van de drie zilverruggen eet van een verse bamboescheut. Wij kennen de ‘zeven meter-regel’, maar de apen niet! De uit de kluiten gewassen aap veert plotseling op, trommelt met veel kabaal op zijn brede borstkas en loopt onze kant op. Olivier houdt onze groep dicht bij elkaar en maakt een diep kuchend geluid, om aan de aap te laten weten dat de kust veilig is. De beresterke berggorilla passeert ons op een paar centimeter. Slik. Een uur lang zijn we stille getuigen van de taferelen van de berggorilla’s. Een aap speelt met een groene vrucht, een ander pelt behendig zijn bamboe. Het is een indrukwekkend beeld.