SpanjeTenerife: meer dan zon, zee en strand! (1)

Onze uitvalsbasis is San Cristóbal de la Laguna. Die naam alleen al! Prachtig toch? Het blijkt ook een typisch Spaans stadje te zijn. Iets dat je aan de zuidkant van het eiland niet zo zult vinden. Maar belangrijker: letterlijk 'om de hoek' begint het natuurpark Anaga. Maar daarover later meer. 

Buiten leven! 

Het stadje werd al in 1999 tot werelderfgoed verklaard door UNESCO en dat is niet zo vreemd. Het was de eerste niet-ommuurde koloniale stad en de originele 15de eeuwse lay-out is zo goed als intact gebleven. Het heeft model gestaan voor vele koloniale steden in Amerika. Hier speelt het leven zich buiten af op de autoloze winkelstraten die vol terrasjes, restaurants, barretjes maar ook vol historische gebouwen en monumenten zitten. Jong en oud bevolken hier de straten want San Cristóbal kent ook de oudste universiteit van de Canarische Eilanden. 

Het bijzondere landschap van Tenerife

Op maar een paar minuten rijden van de stad begint al het Parque Rural de Anaga. Ook dit heeft UNESCO aangemerkt als iets bijzonders en wel als een biosfeerreservaat. Het bijzondere landschap, als je omhoog rijdt naar de diverse uitzichtpunten, laat het al zien: grillige bergtoppen en diepe ravijnen, alles met een groen tapijt van bomen en struiken bedekt. De ontelbare sporen van de vulkanische activiteit die het eiland ooit zo bijzonder heeft gevormd vind je overal in je blikveld terug. Vooral op het hoogste punt: Pico del Ingles. 

Uitgegleden...

Best een vreemde naam voor dit punt, maar onze gids had er nog een mooi verhaal over. Van origine heette het namelijk Pico de las Aguilillas, waarschijnlijk vernoemd naar de vogels die hier werden gespot op dit punt. Totdat een buitenlander niet uitkeek en naar beneden viel en men het had over 'de piek waar die Engelsman viel'. Zo ontstond de naam. Saillant detail: de buitenlander bleek niet Engels maar Oostenrijks... 

40 miljoen jaar oud fossiel op Tenerife

Wat deze omgeving helemaal speciaal maakt is als je gaat wandelen in de bossen op die vulkaanresten. Je waant je in de tropen in dit dichtbegroeide laurierbos. Vooral dat laatste maakt het zo speciaal, want ooit was heel het Middellandse Zee-gebied bedekt met laurierbos, tot de ijstijd daar een einde aan maakte. Maar hier op Tenerife vind je het nog, een levend fossiel van maar liefst 40 miljoen jaar oud. 

Van vissersdorp tot toeristenstad

Ik beschreef het al, ooit was het noorden het economische hart van Tenerife. In Puerto de la Cruz is dat terug te vinden. Hier werd handel gedreven, de bananen geëxporteerd (op Tenerife vind je onnoemelijk veel bananenplantages) en dat bracht weer economisch, maar uiteindelijk ook toeristisch bezoek met zich mee. Puerto de la Cruz was de eerste pek waar toeristen kwamen en aan de wandelpromenade zie je dat nog terug aan de jaren vijftig- en zestig-bouw van de hotels. Het vissersdorp groeide uit tot een grote toeristische stad met een oud centrum met koloniale architectuur, een botanisch tuin uit 1788, een casino en Loro Parque, een dierentuin. 

Zwembad aan zee...

Omdat de kust hier op wat strandjes na best wel ruig is, werd er een groot kunstmatig met zeewater gevuld 'zwembad' aangelegd, waar je de hele dag heerlijk kunt vertoeven. Lago Martiánez heet dit recreatiecomplex. Het is circa 100.000 vierkante meter groot en bestaat uit een kunstmatig meer in het midden, alsmede een aantal zwembaden, tuinen, terrassen en restaurants. Ontworpen door de architect César Manrique pal aan zee en de wandelpromenade.

Meer over Tenerife in deel 2

Lees veel meer over mijn bezoek aan Tenerife in deel 2.Dat vind je hier. Met daarin onder andere nog meer prachtige Spaanse dorpen en natuurlijk dé toeristentrekker van het eiland, de enorme vulkaan El Teide.