Thailand48 uur in Bangkok: dé tips
Voordat ik mijn verkooppraatje voor Bangkok begin, eerst even een praktische tip. Wissel op het vliegveld (helemaal beneden) alvast euro’s in voor Thaise bahts en breek die grote flappen door iets kleins te kopen, zoals een pakje kauwgom of een flesje water. De taxichauffeur accepteert namelijk alleen cash én heeft bar weinig wisselgeld. Nog een tip: plan deze aankomstdag niet teveel. Wij waren namelijk doodmoe van de reis en het tijdsverschil. Dus gebruikten we deze eerste dag in Bangkok vooral om een beetje de omgeving van ons hotel te verkennen en de eerste Thaise happen en dranken te proeven.
Met de tuktuk door Bangkok
Bijna elke ochtend sta je voor de moeilijke keuze: scrambled, gekookt of gebakken (met hele of kapotte dooier?). Nagenoeg elk hotel in Thailand biedt namelijk gratis ontbijt aan. Na het eten (hele dooier!) springen we meteen in het diepe: we maken een ritje in een tuktuk. Voor 20 baht (50 eurocent) maakt onze tuktukchauffeur een behoorlijk rondje met ons. Dat is geen geld, denken we. Maar onderweg stopt hij voor een juwelier en moeten we eerst naar binnen voordat hij met ons verder rijdt. Boos dat we geen peperdure 18-karaats ring hebben gekocht en met klem hebben aangegeven niet ook nog naar een peperdure kledingzaak te willen, rijdt hij ons snel weer naar ons opstappunt. We zijn er niet rouwig om, want we hebben wel even de toerist uitgehangen en Bangkok bezichtigd vanuit de tuktuk. Een aanrader. Maar: weet waar je aan begint. 99,9 procent kans dat je onderweg ergens een winkel in wordt geduwd waar de chauffeur commissie krijgt voor wat jij daar koopt.
Allemachtig, wat moet ik aan dit verhaal zo boordevol tips nou nog toevoegen. Nou, misschien wat een goed moment is om de stad te bezoeken. Want gedurende het regenseizoen, dat loopt van mei tot oktober, kan het voorkomen dat de boel onderloopt. Speciaal in september en oktober, wanneer de regenbuien overvloedig zijn, kun je zo maar natte voeten halen.
Wat Pho: de Liggende Boeddha in Bangkok
Het is druk op de weg in Bangkok. Een tuktuk manoeuvreert zich misschien makkelijk door het verkeer heen, maar een taxirit kan zomaar eens een dagvullend programma worden. Daarom is de toeristenboot dé aanrader om in Bangkok van A naar B te komen. De boot vaart over de Chao Praya rivier, die dwars door Bangkok stroomt, en stopt bij alle grote attracties. Het is een soort hop-on-hop-off. Wij slaan twee vliegen in één klap en stappen uit bij tempel Wat Arun. Daar pakken we een pontje naar de overkant waar tempel Wat Pho op ons wacht. Wat Pho is bekend om de liggende Boeddha. We trekken een T-shirt over ons hemd aan, binden een sarong om ons middel, schoppen onze slippers uit en betreden de tempel. Zo hé: daar ligt ze. 45 meter lang en 15 meter hoog, alles is goud wat blinkt.
In één van de tempels is iets gaande...
Het terrein van Wat Pho is groot en overal zie je boeddhabeelden en kleine tempeltjes. Natuurlijk maken we hier de grap dat we in Breukelen zijn beland, want de (Chinese) gelijkenis is groot. In één van de tempels is iets gaande. Tenminste: we horen monnikengezang. Binnen zit een tiental monniken in rijen te bidden. We mogen blijven kijken, maar moeten dan wel in kleermakerszit op de grond zitten. We kwamen stiekem alleen maar voor de liggende Boeddha, dus we blijven niet lang. Je kunt vanaf hier nog naar het paleis lopen, maar wij gaan terug naar de rivier. Daar kiezen we een terras uit en worden getrakteerd op een indrukwekkend uitzicht op Wat Arun. We zien de zon achter de tempel zakken.
Fiets ‘m erin op z’n Bangkoks
Je moet er iets voor over hebben: de wekker gaat om 5:15 uur. Over een uur worden we verwacht bij Co van Kessel Bangkok Tours. In eerste instantie dacht ik: dat ga ik echt niet doen. Veel te toeristisch. Maar de recensies logen er niet om, dus wie ben ik om anders te bepalen?
Onze tourguide van vandaag heet Peace, of hij noemt zich zo. We stappen op een veel te lage knalgele piepende en krakende fiets en volgen Peace Chinatown in. Peace leidt ons door zeer nauwe steegjes die zo ver Chinatown in gaan dat we af en toe het gevoel hebben iemands woonkamer in te fietsen. Het is allemaal kruipdoor-sluipdoor en we fietsen op ons dooie akkertje. Het is enig om Bangkok op deze manier te ontdekken, om een andere kant van de stad te zien. De binnenkant, zo lijkt het wel.
De Nederlander Co van Kessel richtte zijn tourbureau meer dan dertig jaar geleden op. De tour is zo bijzonder, omdat je even ontsnapt aan de bedrijvigheid en de hitte van de enorme stad. Maar het is ook een goede manier om door te dringen tot het hart van de wereldstad. Fietsend kom je namelijk op plekken die met de auto niet bereikbaar zijn. Met de fiets ga je letterlijk van de gebaande paden af. Dus ja, je fietst in een groepje door Bangkok en dat is nogal toeristisch. Maar je maakt tijdens diezelfde fietstocht juist kennis met het níet toeristische Bangkok.
Met de fiets ga je letterlijk van de gebaande paden af
Peace knijpt in de rem; we gaan naar de bloemenmarkt. Met de benenwagen. In een grote overdekte hal struinen we eerst over een markt vol groenten, fruit en specerijen. Maar ook vis en vlees, dat live in hapklare mootjes wordt gehakt. Het is vandaag Valentijnsdag, dus de bloemenmarkt draait overuren. Aan lange hoge tafels worden de mooiste creaties gefröbeld. Voor geliefden, maar vooral om te offeren. Want daar zijn ze hier nogal druk mee. Bij ons blijft het bij kijken, kijken, niks kopen. De fietstocht brengt ons meanderend naar de volgende stop: een Chinese tempel. Peace heeft gelukkig sarongs bij zich, want onze fietskleding wordt hier niet gewaardeerd. Hier krijgen we even de tijd om rustig rond te kijken naar de prachtige gebouwen en beelden.
Thais smullen in Bangkok
We springen weer op de fiets de nauwe steegjes door richting longtailboot, waar we de fietsen op de boot tillen en ernaast gaan zitten. De boottocht is ook weer enig. Ook vanaf het water krijg je een ander beeld van Bangkok: van de rauwe realiteit in de vorm van vervallen huizen tot de rich and famous in luxe villa’s. Als we weer voet aan wal zetten, fietsen we door naar een heel knus lokaal restaurantje in the middle of nowhere. Ik kan nu niet eens meer naproduceren waar het precies ligt. Of zelfs niet waar het ongevéér ligt. Een lieve vrouw heet ons welkom en zet in sneltreinvaart onze hele tafel vol met potten en pannen. Ik eet bijna mijn vingers erbij op. Wat is dit lekker! In de vier weken die ik hierna nog in Thailand bivakkeerde heb ik niet meer zó lekker gegeten.
We hebben de stad achter ons gelaten en fietsen nu de velden in. Dwars door een kokosnootplantage met smalle paden en scherpe bochten. Het is fijn om even een beetje rustgevende natuur om ons heen te hebben na het stadsleven in Bangkok. Het begint nu ook wat warmer te worden, maar door het lage fietstempo is het nog steeds prima te doen.
Heerlijk een beetje rust na het stadsleven in Bangkok
Voor het laatste stuk tillen we (en met we, bedoel ik uiteraard steeds de kapitein en Peace) de fietsen weer in de longtailboot. De tocht duurt nu iets langer en het laatste stuk gaan we zelfs over open water. Peace hijst ons daarvoor wel eerst even in onze reddingsvestjes. Safety first! Van die recensies die ik heb gelezen is niets gelogen; dit was een zeer geslaagde trip. Peace!
Nachtmarkt Bangkok
‘s Avonds vertoeven we weer op Rambuttri Alley. We eten bij Madame Musur en struinen over de nachtmarkt die hier elke avond wordt opgebouwd. Niet verwacht - toch gebeurd: we kopen een selfiestick. En daar hebben we de rest van de vakantie heel veel plezier van. Ook bedenken we alvast wat we aan souvenirtjes kunnen kopen als we hier op onze laatste dag weer terugkomen. Misschien zelfs wel een dag eerder, want Bangkok is het waard.