DuitslandStedentrip kuurstad Wiesbaden: cultuur en historie verenigd
Recht tegenover Mainz, aan de andere oever van de machtige Rijn, ligt de hoofdstad van de Duitse deelstaat Hessen, Wiesbaden. De twee steden kennen een beetje die Amsterdam-Rotterdam rivaliteit. Mainz besluiten we een andere keer te bezoeken. Nu richt ik me op Wiesbaden.
Cultuur dankzij Goethe
Ik begin direct maar in het Museum Wiesbaden dat tegenover het gloednieuwe congrescentrum niet ver van het stadscentrum te vinden is. Goethe staat voor de deur, althans z’n standbeeld dan, en dat is niet voor niets. Niet alleen kuurde hij in Wiesbaden, maar was rond 1820 ook betrokken bij de oprichting van het museum dat allerlei kunst vanaf de twaalfde eeuw in haar bezit heeft. Zoals de schitterende afdeling Natuur, waar je eindeloos veel planten, vruchten en (zee)dieren in de meest waanzinnige kleuren prachtig gerangschikt kunt bewonderen.
Adembenemende Jugendstil
Maar dat was niet de reden voor m’n bezoek. Wel de bijzondere Jugendstil-tentoonstelling die sinds kort te zien is en waar ik een voorproefje van kreeg. Nog geen twee jaar geleden doneerde Ferdinand Wolfgang Neess zijn werkelijk adembenemende collectie Jugendstil-objecten aan het museum. Deze inmiddels 90-jarige kunsthandelaar, die met zijn vrouw in een Art Nouveau-huis in Wiesbaden woont, raakte verslingerd aan de kunststroming toen hij in in de jaren zestig voor zestig Duitse marken zijn eerste twee lampen kocht. De liefde ging niet meer over en het huis kwam uiteindelijk vol te staan met 500 bijzondere stukken. Omdat het zo mooi is, hier lekker veel beelden.
- © Bernd Fickert
- © Bernd Fickert
- © Bernd Fickert
- © Bernd Fickert
- © Bernd Fickert
- © Bernd Fickert
Gaat dat zien...
De hele bups is overgegaan naar het museum waar de complete zuidelijke vleugel is ingericht voor deze spectaculaire schenking met een totale waarde van 40 miljoen euro. Een lamp alleen al is verzekerd voor zes miljoen… Gaat dat zien!
- © Bernd Fickert
Historie uit de Romeinse tijd
We wandelen verder de stad in en dat is goed te doen. Al eerder vertelde ik dat Goethe hier kuurde. Hij was niet de enige beroemdheid die op de weldadige bronnen afkwamen. Ook Richard Wagner (hij componeerde hier delen van zijn opera Meistersinger), Brahms, de schrijvers Pontoppidan en Dostojevski bijvoorbeeld… De stad telt maar liefst 26 warmwaterbronnen. Al in de tijd van de Romeinen was dat bekend en in de drie badhuizen uit die tijd lieten al allerlei mensen met huidproblemen zich behandelen.
Rijke stad
Vanaf de negentiende eeuw werd de stad ongekend populair. Daar zal zeker keizer Wilhelm II toe hebben bijgedragen die de stad regelmatig in de zomer bezocht. Door deze onofficiële zomerresidentie vestigden vele welgestelden, artiesten, gegoede burgerij en rijke zakenlui zich in de stad en werd Wiesbaden al gauw de stad met de meeste miljonairs en de rijkste stad van Duitsland.
Historische straat
Dat is mooi te zien in de Wilhelmstrasse. De een kilometer lange en brede straat oogt als een boulevard met z’n 300 keurig geknotte platanen en de vele luxe winkels.
Witte Huis in Wiesbaden
Pal erachter ligt het rustige Warmer Damm-park. Aan dat park weer een bijzonderheid: het kleine Witte Huis. Begin 1900 liet een rijke champagne-boer voor zijn Amerikaanse vrouw een huis bouwen dat een aardige kopie, maar dan kleiner, werd van het beroemde echte Witte Huis. Voor en tijdens de oorlog was het bezit van de Gestapo en na de oorlog maakte de Amerikaanse persafdeling van het leger het tot haar hoofdkwartier. Beweerd wordt dat hier, in Villa Söhnlein zoals het huis heet, Elvis Presley - toen hij gelegerd was in Duitsland - zijn Priscilla ten huwelijk vroeg.
Die Wilhelm II toch...
Loop het park uit en je stuit op het Hessische Staatstheater. Het megalomane gebouw met maar liefst vier podia was geïnitieerd en gefinancierd door de keizer, die het in 1894 ook opende. Wat de hoofdingang is, een façade met tientallen zuilen, is eigenlijk de achterkant van het gebouw. Want Wilhelm II betrad het liever van de parkkant. Ook had hij voor zichzelf een balkon zo laten bouwen dat hij goed zicht had op de decolletés van de dames lager…
Kuren in het Kurhaus?
Achter het theater ligt nog weer zo’n enorm gebouw: het Kurhaus. In tegenstelling tot wat je zou denken kun je hier niet kuren! Het is een enorm paleis vol marmer, beelden, glas-in-lood en meer. Iets wat je in een badhuis zou terugvinden, maar niet dus. Wel is het een evenementencentrum en er zit een casino in.
Gokkende schrijver
Over dat laatste is nog wel een aardige anekdote te vertellen. Dostojevski gokte er graag. Maar toen op enig moment al z’n centen op waren, leende hij geld van zijn uitgever. Overigens wel met de belofte om binnen een jaar een boek te schrijven. Want anders moest hij het geld terugbetalen met een flinke rente erop. Het duurde niet lang of ook dit geld was op, maar Dostojevski wachtte tot maand elf met het schrijven van het boek. Het werd ‘De Speler’ dat zich afspeelde in een stad die hij voor het gemak Roulettenburg had genoemd…
Een lamp alleen al is verzekerd voor zes miljoen euro...
Schitterend filmhuis
Stop zeker ook even bij Filmtheater Caligari. Gebouwd in 1926 en in de loop der tijd een aantal malen gerestaureerd. De laatste keer is het in oude glorie hersteld en nu is het een van de mooiste filmtheaters van Duitsland.
Overal bronnen
Wandelend door de stad kom je zo maar op straat de beroemde bronnen tegen. Stoom en water borrelt op uit de grond al dan niet op een kunstzinnige manier begeleid of keurig met kraantjes in een prieeltje of ergens in een nis uit de muur voor de liefhebber vrij toegankelijk. De inwoners maken er gretig gebruik van en drinken ervan. Uiteraard heb ik dat ook even geprobeerd, maar om het nou als m’n dagelijks kuurmomentje te zien? Het is warm, zout en heeft niet bepaald een verfijnde afdronk... Maar het schijnt gezond te zijn.
Hotel met kuren
Het voormalige Palast Hotel is gebouwd op de resten van wat ooit een Romeins badhuis was. Nu geen hotel meer, maar sociale huurwoningen. Ook Hotel Schwarzer Bock is op een bron gebouwd en hier kun je wel behandeld worden. De gangen met de kamertjes waar die behandelingen plaatsvinden zien er mooi, maar ook spartaans en een beetje kloosterachtig uit.
Er is meer!
Shoppen doe je in de Langgasse, de voetgangerswinkelstraat, waar overigens al die bronnen min of meer aanliggen. Aan het grote marktplein vind je behalve horeca - aanrader restaurant Lumen; modern, grote stalen ramen, kleurige verlichting, groot terras en uitstekend eten - ook het Stadtmuseum am Markt (SAM) waar je alles leert over de bijzondere geschiedenis van Wiesbaden. Leuk en interessant!
Info
Duitsland blijft een van de belangrijkste bestemmingen voor de Nederlandse toerist. Ook in 2018 zijn er weer meer vakantiegangers naar onze oosterburen afgereisd dan de jaren ervoor. Meeste toeristen gaan naar Spanje met 66.5 miljoen trips in 2018. Maar Duitsland volgt op de tweede plek en Frankrijk daarna.
Met 200.000 kilometer aan gemarkeerde wandelpaden en 70.000 kilometer aan fietsroutes in onder andere 104 nationale parken heeft het land de toerist inderdaad genoeg te bieden.
De provincie Hessen waar Wiesbaden in ligt, heeft niet de hoogste bergen, de diepste meren, eigenlijk niet zoveel bijzonders. Of toch wel? Hier vind je mooie traditionele dorpen en steden en fijne natuur. Er is een middengebergte met prachtige panorama’s; elf natuurparken; 760 meren en 3300 kilometer aan fietsroutes en net zoveel wandelroutes. Oh ja, en zes Unesco Werelderfgoederen…
De beste wijn voor de Romein
De streek rond Wiesbaden staat bekend om haar wijnen. Rheingau is een van de dertien kwaliteits-wijngebieden in Duitsland. Het gebied staat vooral bekend om haar Rieslings. De heuvels, het terroir, alles zou perfect zijn voor deze wijnsoort. De Romeinen kwamen niet voor niets graag naar deze regio. Ze moesten anderhalve liter wijn per dag drinken, omdat het de enige anti-bacteriële drank in die tijd was. En in de Rheingau vond je de beste wijn.
De nonnen maken graag een praatje met je...
Heuvels vol wijnranken
Zodra je de stad verlaat kom je dan ook eindeloze heuvels vol wijnranken tegen. En ze vinden zelf dat ze de beste wereldwijd maken. Ik heb er verschillende mogen proeven en dat viel inderdaad niet tegen! Je kunt met de auto de Rheingauer Riesling-route volgen. Alhoewel ik dan een chauffeur zou willen adviseren.
Sprankelende wijntjes
In dat kader is het leuk om in een van de buitenwijken van Wiesbaden het hoofdkwartier van Henkell te bezoeken, dat wij kennen van de goedkope cava’s. En daar zijn ze dan ook groot in: na het samengaan met het Spaanse Freixenet produceren ze maar liefst 90 miljoen flessen per jaar. Het begon allemaal als familiebedrijf in 1856 met de productie van zogeheten sparklings, de bruisende wijnen. De Henkell Trocken is waar ze beroemd mee zijn geworden.
Proeven van de cava's
Het hoofdgebouw en de wijnkelders dateren uit 1909. Na tal van overname’s kun je hier alle soorten sparkling wines vinden, dus ook prosecco en champagne. Een rondleiding - al dan niet met proeverij - is leuk om te doen en kost je tussen de 8 en 25 euro.
Roze historie
Als je Wiesbaden langs de Rijn uitrijdt kom je langs een megalomaan paleis helemaal in het roze. Dat is Slot Biebrich dat stamt uit de periode 1700 tot 1744. Ooit een ‘zomerhuisje’ en later uitgebreid tot de residentie van de hertog. Nu is het een gastenverblijf voor de staat Hessen. Bezoek de gratis toegankelijk tuinen en verbaas je over het gebouw.
Verken de omgeving!
De drukbevaren Rijn is beeldbepalend in deze streek. Daardoor vind je er werkelijk prachtige Rijn-dorpjes met mooie vakwerkhuizen en gotische kerken, kloosters, abdijen. Van Wiesbaden naar Koblenz staan er meer dan vijftig kastelen aan de Rijn, dus elke paar kilometer vind je er een. Niet voor niets heet dit gebied Duits Toscane. Het is een van de redenen waarom ik je zeker zou aanraden om de omgeving te verkennen.
Tijdens de opnames van De naam van de Roos is de wijnkelder verruïneerd...
Enorm standbeeld
Neem Rudesheim. Ga eerst naar het boven op de heuvel gelegen Niederwalddenkmal, een bijna veertig meter hoog standbeeld van de Germania, die over de Rijn waakt. Dat uitzicht is inderdaad betoverend en vanaf daar kun je met een kabelbaantje naar het mooie dorp zelf.
Historisch Rudesheim
De St. Hildegard abdij in Rudesheim trekt nog steeds zo’n 150.000 bedevaartgangers per jaar vanwege de tombe van Hildegard en de 45 nonnen die er nog leven maken graag een praatje met je. Al rondwandelend door de steegjes en straatjes vol vakhuizen stuit je zo maar op Siegfrieds Muziek Kabinet. Hier vind je een enorme verzameling speeldozen, van het formaat handzaam tot gigantisch. En dat alles in een voormalig ridderslot uit 1400, midden in het dorp.
Slapen in een wijnvat...
Geheimtip: Voor 109 euro slaap je op de binnenplaats van het rustieke hotel Lindenwirt in een van de zes voormalige wijnvaten. Nu omgetoverd tot hotelkamertjes. Ludiek! Gebruik de lunch in het traditionele restaurant/hotel Rudesheimer Schloss, ook weer zo heerlijk Duits. Fotomomentje blijkt de koffie met Asbach en een lepel dikke slagroom te zijn. Eigenlijk het equivalent van een Irish coffee. Nu drink ik geen koffie, maar met thee kon het ook heel goed vond de eigenaresse!
Supermonument
Als laatste stop kwam ik bij Klooster Eberbach vlakbij rozenstad Eltville am Rhein. Een indrukwekkend voormalig cisterciënzer klooster dat met haar Romaanse en vroeg-gotische gebouwen tot een van de belangrijkste monumenten van Europa behoort. Je kunt het (dagelijks) bezoeken en je verliezen in de - soms enorme - vertrekken waarvan enkele er al uit de twaalfde eeuw stammen. Detail: in de winter van 1985/86 is de Naam van de Roos hier opgenomen, waarbij de wijnkelder helaas door de gigantische filmlampen is verruïneerd…
Hoe kom ik er?
Ik reisde per trein, met de ICE. Heerlijk! Lekker ontspannen met een boek erbij, of tablet met Netflix of gewoon lekker werken dankzij de wifi.
Vanaf Utrecht ben je met de auto 380 kilometer onderweg, dus dat is eigenlijk ook heel goed te doen!