FrankrijkLoirekastelen vieren de Renaissance
Een waarschuwing vooraf: er komen in dit verhaal veel Loire-kastelen voorbij. Het is belangrijk, geachte lezer, dat u zich straks aan een quotum van maximaal twee kastelen per dag houdt.
Tussendoor moet je gaan varen op de Loire in een platbodem, eten in een van de verrukkelijke kasteelrestaurants of fietsen en wandelen in die machtig mooie Loire-vallei. Anders trek je het niet.
‘We hebben het paradijs gezien!’
Korte uitleg. Het jaar 1519 wordt gezien als het begin van de Franse Renaissance. Veel koningen en kunstenaars kwamen begin 16de eeuw terug van een bezoek aan Italië met een gelukzalig gezicht: ‘We hebben daar het paradijs gezien. Alleen Adam en Eva ontbraken nog. Dat willen we in Frankrijk ook.’ En zo gebeurde. Met als geboorteplaats de Loire-vallei.
In 1519 werden de funderingen voor het Château van Chambord gelegd, een van de eerste renaissancekastelen. Ook in 1519 stierf Leonardo da Vinci, de ultieme Renaissance-kunstenaar, in zijn kasteel Clos-Lucé in Amboise. De Italiaanse alleskunner was drie jaar daarvoor naar de Loire-vallei gekomen. En in 1519 werd Catharine de’ Medici in het Italiaanse Florence geboren. Zij trouwde in 1533 op 14-jarige leeftijd met de even oude koning Hendrik II van Frankrijk.
- © LdeSerres
Heel veel ‘sjattoos’
Genoeg jaartallen. Ik zit in een busje met een groepje gezellig kakelende Engelse vrouwen die alle Franse koningen en kastelen uit hun hoofd kennen. Na één kasteel sta ik al tot mijn middel in de jaartallen, die ze achteloos rondsproeien. Ik moet even wennen: Engelse vrouwen noemen een Frans château ‘sjáttoo’, zoals bij ons een Jordanees het zou zeggen.
Hoeveel kastelen zijn er in de Loirevallei? We hebben woeste discussies aan tafel. De dames van de VVV weten het ook niet precies. "3000", zegt onze gids. "En ik heb er 80 bezocht." Dat aantal gaan wij in vijf dagen niet halen. Gelukkig niet.
Kasteel voor je verjaardag
We bezoeken ons eerste renaissance-‘sjáttoo’ in de plaats Anet. Een mooi, klein en fijn kasteel met sierlijke slaapkamers en eetzalen, goed om te beginnen.
Het leukste van de Loirekastelen zijn de verhalen eromheen. Een kasteeltje was het favoriete (verjaars)cadeautje van een gulle koning aan zijn bijvrouw of mistress. Daar zijn we flink van onder de indruk. Koning Henri II schonk het Kasteel van Anet aan Diana van Poitiers, zijn vriendin. Later kreeg ze van hem nog een kasteel, daarover straks.
We maken er onderweg grappen over: "Wat krijg ik voor mijn verjaardag Henri? Toch niet wéér een kasteel?"
Een 60 jaar jongere verloofde
Die Diana, de mistress van Henri II, was een mooi portret. Haar eerste man was 40 jaar ouder. Die stierf en toen werd ze de mistress van Henri II. En die was 20 jaar jonger dan Diana, die vroeger een van de hofdames van zijn moeder was. Henri II was in1533 op 14-jarige leeftijd getrouwd met de even oude Catharina de' Medici. En die was weer een verre nicht van Diana. Dat leverde Diana dus in één klap een verloofde van 60 jaar jonger op. En dan bouwde Henri II ook nog eens een kasteel voor haar.
Diana was mooi en intelligent. Ze had toegang tot de hoogste kringen. Henri II was van jongs af aan dol op haar, wilde haar hébben. Zij werd zijn geheime mistress. Nou ja geheim. Iedereen, inclusief zijn eigen vrouw, wist het. In de kapel naast kasteel Anet staat haar graf dat rust op – ik kijk drie keer of ik het wel goed zie - acht enorme en pronte borsten. Waarom is dat? Ik vraag het Flora onze gids, die tot nu toe alles weet. Dit weet ze niet. Het is haar zelfs nooit opgevallen. Dat gaat Flora hogerop navragen voor mij, dat is beloofd.
Een reisgenoot zegt: "Zo krijg je wel een naam in de Loire-vallei. Die ene Nederlandse journalist die graag alles wil weten over die grote borsten onderaan het graf." Tot nu toe nog niets teruggehoord.
- © LdeSerres
Twee uur in de crypte
Chartres, even verderop, heeft een lummel van een kathedraal die de hele stad overschaduwt: de cathédrale Notre-Dame de Chartres, ofwel de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal. Deze vroeg-gotische kathedraal is een van de beroemdste van Frankrijk en bekend om haar gebrandschilderde ramen, die gekleurd zonlicht werpen in de kerk.
’s Avonds wordt de kathedraal nog mooier. Dan is het tijd voor Chartres en Lumières, een computergestuurd lichtspel waarbij de gevels en muren toverachtig worden belicht. Dat willen we graag zien maar eerst moeten we van de gids twee uur lang met een kaarsje in de hand door de koude crypten lopen, onder de kathedraal. Daar begint ze een eindeloos verhaal over de pelgrims die hier kwamen, best interessant voor een kwartier. Na twee uur krijgen we het idee dat we de laatste mensen op aarde zijn en boven op straat alles is uitgestorven. Dat gevoel wordt versterkt door het gedonder en geraas van een stevig onweer.
Lullige licht- en klankspelen
Tegen twaalven lopen we met een paraplu de straat op. Het regent flink maar op de voorgevel van de kathedraal is het een feest van beeldwisselingen, kleuren, bouwpatronen en middeleeuwse mensjes die omhoog klauteren om de torens te bouwen. Het is een renaissance van het lichtspel en doet in de verste verten niet meer denken aan die lullige licht- en klankspelen op de Franse kastelen uit mijn jeugd: slecht geluid, zaklantaarnlicht, fladderende tovenaars met wapperende mantels op de kantelen voor een ventilator. Die tijd is voorbij. 107 projectoren en tientallen computers zorgen in Chartres voor een perfect licht- en geluidspel op verschillende plekken in de stad.
- © CitePatrimoine_OTChartres
‘We lóóóve your accent!’
De tijd dat je in Frankrijk niet met Engels uit de voeten kon, is in de Loirevallei voorgoed voorbij. Bijna elke gids, receptionist of winkelier spreekt een vlot mondje Engels. Al verontschuldigen ze zich bij voorbaat – en totaal onnodig vinden wij –voor hun Franse accent. Maar dat vinden wij juist zo schattig: "No, we just lóóóve your accent!"
Het blijft toch behelpen met gidsen. Er zijn goede bij maar ook veel die je het liefst verzuipen in een oceaan van jaartallen, stromingen, kastelen en koningen. Af en toe tref je een goede. Zoals Victoria, onze ochtendgids voor Chartres. Ze spreekt perfect Engels (studeerde in de Verenigde Staten) en zegt dus voortdurend ‘Rinéésans’, wat ons als muziek in de oren klinkt. Victoria geeft ons een cursus Franse Renaissance voor dummy’s.
"Let op: dit stuk gevel is nog middeleeuws. Maar op deze zuil zie je al kleine geometrische motieven en Latijnse woorden." Ze wijst op een beeld van Aristoteles, vroeger keurig afgebeeld. "Elders in Frankrijk werd hij in de ‘rinéésans’ afgebeeld toen hij door een door een jonge vrouw werd bereden."
Victoria wijst op de ‘paddenstoelhuizen’: klein van onderen (dan betaalde je minder oppervlaktebelasting) maar met een overhangende dikke opbouw. "Het paddestoelhuis is 16de eeuwse ‘rinéésans’, niet middeleeuws. Kijk daar: op die uitbouw zie je krokodillen. Dat had de eigenaar uit boeken over verre continenten. Nieuwe ontdekkingen waren populair in de ‘rinéésans’."
Orgie van torens
Chambord is het bekendste Loirekasteel en mag je niet missen. Het is een orgie van torens en balkons, al van verre te zien. De lagere verdiepingen van het kasteel zijn kaal en leeg. Naar boven toe wordt het steeds uitbundiger, als een saaie cake met grote klodders slagroom bovenop, een prachtvoorbeeld van renaissancebouw.
Middenin Chambord is een ingenieuze trap waar je niets van begrijpt. De trappen lopen als in een dna-spiraal over en langs elkaar. Hele families rennen gierend van lachen de verschillende trappen op en af maar komen elkaar nooit echt tegen. Ze zien elkaar alleen door de vensters in de binnenmuren, om te zwaaien. Escher, eat your heart out! De monumentale trap geeft toegang tot de 462 kamers en 77 wenteltrappen van Chambord.
Was het leuk op een kasteel?
Vanaf de balkons heb je uitzicht op de omringende bossen, zo groot als de oppervlakte van Parijs. En treffend is de symmetrie in de parken en tuinen: links en rechts pijnlijk gelijk. "Symmetrie is heel erg renaissance", zegt onze gids.
Koning Frans I (dol op de Italiaanse Renaissance) woonde hier en zijn persoonlijk symbool – de salamander – zie je hier een keer of 800 op muren en wandtapijten.
Was het leuk om in een kasteel te wonen? Zomers wel. ’s Winters kon het bitter koud zijn, vooral in de hoge slaapkamers. Dus werden de wanden behangen met dikke kleden en werd vaak een verlaagd plafond aangebracht. Zo kreeg je boven een lage verdieping extra. Drie keer raden wie daar mochten wonen. De bedienden uiteraard, die er ook een mini-wenteltrapje bij kregen. Des te hoger je zat in een château, des te onbeduidender je was.
- © D-Darrault
- © LdeSerres
Hoeveel kastelen kun je aan?
We rijden langs de Loire naar Blois, uiteraard een stad met een kasteel. In het busje wordt de stemming jolig. Hoeveel kastelen kan een mens verdragen? Gillian vertelt over een vrouw die na drie dagen kastelen kijken geen ‘sjatto’ meer kon zien en overging tot het fotograferen van Franse katten, les chats.
We komen tot een weekindeling van ‘maximaal twee châteaus per dag’. Heel belangrijk is: tussen twee kastelen lang lunchen (dat doen we ook, zie de adressen hieronder). Amy zegt: "En de derde dag moet je niks doen, zeker geen châteaus. Ga bijvoorbeeld bootje varen op de Loire, een ideale onderbreking." Die onthouden we.
- © FLeguere
- © pashrash
Digitale oorlogen
Maar Blois moet je niet missen. Vele koningen/innen en hun kinderen groeiden op in en rond het kasteel van Blois, oorspronkelijk middeleeuws maar later opgesmukt met renaissance-uitbreidingen. Zoals het trappenhuis van Koning Frans I, met Italiaanse loggia’s (balkons) op de trap en schelpvormen in de daklijst. Het werd allemaal uitbundiger.
Een rondleiding is nu niet saai want de gids is de Histopad, pas een paar weken in gebruik, zeggen ze trots. Die werkt als een tierelier. De Histopad weet waar je bent, presenteert in elke kamer een tijdbalk en 3d-beelden, en je kunt jezelf ook digitaal in kasteelkostuum fotograferen en de foto naar huis sturen.
Als het donker wordt staan we met z’n allen op het plein en galopperen de digitale Franse paarden en koningen huizenhoog om ons heen. Dat is nog eens geschiedenisles.
- © TBourguoin_Histovery
Stukje varen
Een Loire-boot is klein en plat en heet toue cabanée. Hij is gemaakt om te vissen en levensmiddelen te vervoeren op een rivier met (vaak) weinig diepgang.
Vandaag gaan we varen met Paul, een ervaren Loire-schipper. Hij geeft steeds korte stootjes met de motor en drijft vervolgens lekker lang uit. Als we over de grond schuren doet Paul een stukje met de boom. Halverwege klapt hij een tafeltje uit en serveert champagne met pinda’s, we voelen ons Franse koningen. "280 kilometer van het Loiredal", vertelt Paul, "staat sinds 2000 op de UNESCO Werelderfgoedlijst. Vanwege de levende culturele landschappen."
Het is maar dat we het weten. We zeilen met witte zeiltjes terug, maar er is te weinig wind. De motor gaat aan. "Wie wil er nog champagne?"
Handen afvegen
De volgende dag zijn we weer helemaal klaar voor een nieuw kasteeltje. In het sierlijke Château d'Azay-le-Rideau. De renaissance is nu bijna gesneden koek voor ons.
Als je deze vijf dingen uit je hoofd leert, kun je volgend jaar op elke verjaardag over de Franse renaissance meepraten.
1. Weg met de oude troep van lompe (soms houten) middeleeuwse kasteeltjes. Het is geen oorlog meer in de 16de eeuw, dus meer ramen en versierde torentjes.
2. Let op de symmetrie: twee vensters links en twee vensters rechts.
3. Maak de ramen lekker groot, er komen toch geen kanonskogels meer naar binnen.
4. Het renaissancekasteeltje staat gunstig op de zon, zodat de decoraties fraai uitkomen. Het ligt lekker in een groot park en liefst aan het water, zodat het kasteel mooi weerspiegelt.
5. De entree van de vork! Vóór de Franse renaissance veegden ze op het kasteel hun handen af aan het tafelkleed, dat was toen heel chique. Dat moet je nu thuis eens proberen.
- © L-deSerres
- © L-deSerres
- © N-Koenig
Paukenslag van de reis
Dat zien we allemaal terug bij de paukenslag van onze reis: het kasteel van Chenonceau, aan de rivier de Cher. Het ligt in een magnifiek decor van tuinen en parken. Het kasteel is zelfs gebouwd óver de fraaie Cher. Over luie bogen strekt het gebouw zich als een kater over lekker langzaam stromend water.
En: daar hebben we mooie en slimme Diana van Poitiers weer. Koning Hendrik II schonk Chenonceau in 1547 aan zijn meest geliefde maîtresse, de knappe en intelligente Diana, ook nog eens behept met een groot zakelijk inzicht.
En hadden we al niet verteld dat het mooiste aan de Franse kastelen toch de verhalen eromheen zijn? Diana laat bij het kasteel de meest spectaculaire en moderne tuinen uit die tijd aanleggen en de beroemde brug over de Cher. Helaas sterft vriend/koning Hendrik II in 1559. Ook een verhaal. Hendrik deed graag mee aan riddertoernooien. Maar in 1559 sloeg het noodlot toe. Hendrik kreeg een scherf van zijn tegenstanders lans in zijn oog en stierf aan de gevolgen van die verwonding. Waarop Catharina de' Medici, de weduwe van Hendrik II, Diana buiten de poorten van kasteel Chenonceau liet zetten en keihard werkte aan nog mooiere tuinen, om die van Diana in de schaduw te stellen.
Catharina haalde in Chenonceau Italiaanse weelde binnen en daar kun je als bezoeker nu nog van genieten. Vanuit de ramen van slaapvertrekken en troonzaal zie je een lui stromende Cher vol zwemmers, kano’s en motorbootjes. Frankrijk op zondag.
- © AVerger
- © Gillard-et-Vincent_CRTCentreVdL
- © JC-Coutand
- © Darrault_CRTCentreVdL
Vloeibaar goud drinken
Diana dronk naarmate ze ouder werd vloeibaar goud, om mooi te blijven. Ze bleef daardoor ook blonder, meende ze. Na haar dood toonden wetenschappers door botonderzoek aan dat ze 250 keer meer goud in haar gebeente had dan ‘normale’ mensen. De nadelen van dat overmatige goud slikken waren voor Diana overigens groot. Haar botten werden fragiel en ze raakte haar tanden kwijt. Daar kwamen geslepen tanden van dieren voor in de plaats. Het leek ons niet ideaal.
Er zijn honderden kastelen in de Loire vallei. Zo'n honderd daarvan zijn voor het publiek toegankelijk. Plan je trip goed, lees je vooral goed in welke kastelen de moeite waard zijn en stippel een mooie route uit. Als je ze afzonderlijk betaalt kan het best prijzig zijn, beste is daarom online een Pass Chateaux aan te schaffen. Kijk daarvoor op https://www.boutique-blois-chambord.com/collections/pass-chateaux.
De grootste aankoop van de Fransen
Fransen houden van verkleedpartijtjes, dat is ons nu wel duidelijk. Op een loeiwarme dag in juli moeten we drie lagen fluweel aan voor een lange reeks dansen in de raadzaal van kasteel Amboise, 12 kilometer van Chenonceau. We zijn naar keuze koning, prinses, koningin, lakei of maîtresse en hebben een hoop lol.
Het Kasteel van Amboise is het eerste voorbeeld van Italiaanse architectuur. Frans I, de jonge, intelligente en bijzonder leergierige koning van Frankrijk, woonde hier. Hij haalde in 1516 de grote renaissance-man, alleskunner en homo universalis Leonardo da Vinci uit Italië voor een verblijf in Amboise, alsof hij een peperdure Italiaanse voetballer contracteerde. Leonardo, aan het einde van zijn loopbaan en leven gekomen, accepteerde de uitnodiging gretig en arriveerde met de niet-affe Mona Lisa onder zijn arm. Hij was dolblij weer een beschermheer te krijgen in de persoon van Frans I.
- © David_Darrault
- © David_Darrault
- © Gillard-et-Vincent_CRTCentreVdL
Ondergrondse gang van 500 meter
De Koning, net 22 jaar oud, was gepassioneerd door het talent van Leonardo da Vinci. Hij zag in Leonardo de man om samen met hem definitief de renaissance in het Loiredal en Frankrijk te introduceren. Frans I bood Leonardo als woning het Château du Clos Lucé aan, gelegen op slechts 500 meter afstand van Château d'Amboise, waar Frans I woonde. Tussen de twee kastelen liep een ondergrondse gang waardoor Frans I liefst elke dag op bezoek kwam om Leonardo’s kennis op te zuigen.
Hij kon er drie jaar van genieten. In 1519, op 67-jarige leeftijd, overleed Leonardo da Vinci in zijn Château du Clos Lucé. Dat is dus volgend jaar precies 500 jaar geleden.
- © LdeSerres
- © LdeSerres
‘Allemaal verzonnen’
Leonardo’s kasteel is te bezoeken. Je kunt de mooie slaapkamer zien, met een bed met een dikke houten onderbouw, anders trekt het te koud op door de kille kasteelvloeren. Door zijn slaapkamerraam kon Leonardo da Vinci vanuit zijn bed naar kasteel Amboise kijken, waar zijn mecenas, pensioenverschaffer én aanbidder Koning F1 resideerde.
Naast het bed hangt een schilderij. Hierop zie je het sterfbed van Leonardo. De grote renaissancekunstenaar sterft in de armen van koning Frans I. "Allemaal verzonnen", zegt de gids tegen ons. "Dit is niet echt gebeurd. Dit hoort bij het mooie verhaal." Maar in de dikke biografie van Walter Isaacson, schrijver van de bestsellerbiografie over Leonardo, lezen we dat het waarschijnlijk echt zo gegaan is.
Leonardo DiCaprio
Twee dagen na ons bezoek aan de Loirevallei komt Walter Isaacson op bezoek in Château du Clos Lucé. Reden: Hollywood bereidt een film voor op basis van zijn boek. En Leonardo DiCaprio gaat Leonardo da Vinci spelen. Is dat een mooi verhaal of niet? Volgend jaar dus dubbel feest in de Loirevallei.
De moraal van het verhaal: Loire-kastelen zijn net wijn. In het begin even koppig. Maar hoe meer je er bezoekt, des te leuker en lekkerder ze worden. Ik ben een fan geworden.
Expositie Rijke Zwervers
In het kasteel van Blois is in 2019 de expositie Kind in de Renaissance, van af 25 mei tot 3 september. De uitgebreide Franse koninklijke families zwierven van kasteel naar kasteel. Ze kwamen vaak in Blois, de kinderen speelden er graag, dus er is genoeg over te vertellen. Catharina de’ Medici had zelf tien kinderen. Maar ook ‘gewone’ kinderen komen aan bod.
Verder: In Chartres kun je de hele zomer elke avond van het lichtspel in de stad genieten tot 1 uur ’s nachts. In Leonardo da Vinci’s woonhuis in Chamboise (Le Clos Lucé) is in het souterrain een expositie van de uitvindingen van LdV. Boottochten op de Loire: zie milliere-raboton.net
N.B. Alle kastelen zijn het hele jaar door te bezoeken (zie france-voyage.com/tourisme/centre-val-de-loire-region.htm). Het volledige programma van de Renaissanceviering in de Loire-vallei is einde 2018 bekend.
Onze top 5!
1. Chenonceau, romantiek ten top, schitterende tuinen
2. Chambord, honderden torens en schoorstenen
3. Clos Lucé, mooi klein paleisje van Leonardo da Vinci
4. Kasteel van Blois: klein maar fijn, middenin de stad
5. Château d'Azay-le-Rideau: fraai, klein renaissancekasteeltje middenin het dorp
6 leuke restaurants in de buurt van kastelen
1.Restaurant Au Manoir d’Anet, 3 Place du Château, Anet
2.Les Feuillantines in Chartres, 4 Rue du Bourg, Chartres
3.Les-Feuillantines-Relais de Chambord, Place Saint Louis
4.La Creusille in Blois, 3 Quai Henri Chavigny, Blois
5.Chaumont-sur-Loire, center of Arts and Nature
6. Orangerie of the Château de Chenonceau
Waar moet je slapen?
-Le Grand Monarque in Chartres, 22 Place des Épars, bw-grand-monarque.com
-Mercure in Blois, 28 Quai Saint Jean, accorhotels.com/fr/hotel-1621-hotel-mercure-blois-centre
-Hôtel Le Grand Monarque, Azay-le-Rideau, 1 Rue du Château, legrandmonarque.com
-Château of La Bourdaisière in Montlouis-sur-Loire, 25 Rue de la Bourdaisière, labourdaisiere.com
-Le Grand Hôtel in Tours, 9 Place du Général Leclerc, legrandhoteltours.com
Hoe kom ik er?
Hogesnelheidslijnen Thalys en TGV brengen je in ongeveer 3,5 uur naar Tours. Overstappen in Parijs. Zie thalys.com, www.oui.sncf en nsinternational.nl
Informatie: zie verder tourisme28.com en france-voyage.com