HongarijeDit is het beste van Boedapest in twee dagen
Toegegeven, in twee dagen dwars door Boedapest is wat streberig. Wil je de stad écht goed uitpluizen dan raden we eerder een midweek aan. Maar het kan! En wel zo…
- © Oane Born
Uitzicht over de Donau
Wij boekten een appartement tussen de Vrijheids- en Kettingbrug in, aan de oostelijke kant van de Donau. En dat is meteen tip één: doe dat. Om twee redenen: je zit namelijk aan de ‘handige’ kant van de rivier, dat betekent dat je net even wat sneller bij de leuke tentjes en straatjes bent. En twee: het uitzicht is prachtig. Vanuit je kamer kijk je over de op een na langste rivier van Europa én tegen de machtige Gellértheuvel aan.
- © Oane Born
Badhuis in Boedapest
Onthoud die heuvel! Maar eerst: wat is nou fijner om je tripje relaxed te beginnen? Het antwoord: niks. Benut daarom Boedapest in zijn volle kracht en karakter door een kaartje te kopen voor een van de beroemde badhuizen.
Badhuis Széchenyi
Wij gingen naar het schitterende Széchenyi. Daar waar de locals al badderend schaken en het wemelt van de stuk voor stuk unieke thermale baden. Dit badhuis, gebouwd in gele, neobarokken stijl, is niet alleen genieten, maar ook een lust voor het oog. Om de hoek van dit badhuis vind je het Heldenplein: het grootste plein van de stad én de ingang van het stadspark.
- © Oane Born
- © Oane Born
- © Oane Born
Vervoer in Boedapest
Het ov-netwerk van Boedapest is erg overzichtelijk en goedkoop. Je doet er goed aan een weekendkaart te kopen. Nadeel van de metro is en blijft: je ziet weinig van de stad. Wij gebruikten daarom e-steps om van hot naar her te gaan. Via de Lime-app weet je precies waar ze staan en ben je zo vertrokken.
Tram 2 in Boedapest
Over leuke vervoersmiddelen gesproken: neem een keertje Tram 2 die fungeert als een soort hop-on-hop-off-bus en langs het parlement, de Donau-boulevard en de Grote Markthal roetsjt. Die markthal is een prima plek om uit te stappen. Leuk van buiten, een feestje - door oneindig veel kraampjes en gave architectuur - van binnen.
- © Oane Born
- © Oane Born
Eten in Boedapest
De Grote Markthal bevindt zich aan de oostelijke kant van de Donau. Andere tips in die buurt: het plein met daarop de majestueuze Sint-Stefanusbasiliek (bindend advies: schaf zo’n spotgoedkoop kaartje aan om in de nok te koekeloeren) en de Joodse Wijk. Dat is toch wel dé plek met de leukste horeca, waaronder de befaamde ruin bars: cafés in oude gebouwen die leegstaan of gesloopt worden.
- © Oane Born
Hongaarse horeca
Nu we het toch over horeca hebben: in Boedapest zijn ze fan van vlees. Al rukt de vegetarische keuken ook sterk op. Zolang je de stad maar niet verlaat zonder een echte local Goulashsoep plus Hortobágy-style pannenkoek te hebben geproefd. En vergeet de palinka-likeur niet!
- © Oane Born
De andere kant van de Donau
Voor het laatste dagdeel ga je naar de westelijke kant van de Donau. Tip: stevige stappers aan, het is klimmen geblazen. Doe jezelf een lol en vink die Kettingbrug nog even af. Via dat bouwsel ga je en route door naar het iconische Vissersbastion. Je kunt (mits je tijd over hebt) ook nog even die Gellértheuvel beklimmen en jezelf nóg een schitterend uitzicht gunnen, maar een keihard moetertje is dat niet.
- © Oane Born
- © Oane Born
- © Oane Born
Boedapest: het Bastion
Het Bastion dus. Een ronduit prachtig kasteel met Doornroosje-neigingen. Het is zo’n 120 jaar oud, telt een groots wit terras en zeven torens. Als je daar toch bent, is de afstand klein naar de eveneens mooie Matthiaskerk en de Burcht. Geen schoenen meer over na deze intense citytrip? Neem dan voor een paar euro de kabelbaan weer naar beneden.
Tekst: Oane Born