ItaliëFilzerhof in Valle dei Mocheni: een Duitse boerderij in Italië
Vanuit Beieren naar Bersntol
Samen met Patricia, die al jaren in Valsugana woont, loop ik vanaf de weg over het keienpad omlaag naar de mooie boerderij. Ik zie direct het fraaie dak van larikshout met grote stenen, waarvan ik later begrijp dat na twintig jaar de houten delen werden gedraaid en gewisseld met de andere zijde om zo nogmaals twintig jaar de boerderij droog te houden. We krijgen een rondleiding, maar voordat de gids er is bekijken we de moestuin, genieten we van het uitzicht en maak ik alvast wat foto’s.
- © Sytske Maaijen
Duitsers in Valsugana
De gids Andrea Tomasi begroet ons hartelijk en vertelt dat deze boerderij uit 1324 stamt. In de 14e eeuw waren inwoners uit Zuid-Beieren (Duitsland) op zoek naar nieuwe grondstukken en de kasteelheren van Pergine Valsugana speelden hier direct op in. In eerste instantie kwamen ze om de hellingen te ontbossen maar daarna bouwden ze boerderijen, zoals deze, ter ontplooiing van agrarische activiteiten. Er moest wel jaarlijks belasting worden betaald, ‘livello’, terwijl ze 19 jaar van de gronden en gebouwde boerderij gebruik konden maken. De opbrengsten van de terreinen moesten in die jaren wel verbeteren, anders werd het contract ontbonden.
Italiaans en Mocheni
Bovendien opmerkelijk dat aan de rechterzijde van de rivier Fersina ‘Mocheni’ wordt gesproken terwijl men aan de andere zijde Italiaans spreekt. Zo noemen zij deze vallei van de rivier Fersina ‘Bersntol’. Het is ook terug te zien aan de architectuur waarbij Sant’Orsola (in het dal) een typisch Italiaanse dorpskern heeft terwijl hier de boerderijen her en der over de hellingen verspreid liggen zoals in Tirol en Zuid-Duitsland.
Duitse mijnbouwers
Naast de bewoners uit Beieren kwamen er ook Duitse mijnbouwers naar deze vallei. Zij waren actief bij Monte Calisio maar toen daar de opbrengsten uitbleven, kwamen ze naar Valle dei Mocheni om onder andere koper, kwarts en zilver te winnen. Zij woonden hier niet continu maar hebben zeker invloed gehad. Bovendien maakten ze gretig gebruik van het hout van de ontbossing voor de bouw van de mijn.
- © Sytske Maaijen
Beschermende insignes en houten rugzakken
Ondertussen lopen we richting de hooizolder. Op de houten planken van de grote deuren zien we onderaan een ingevoegde houten driehoek. Het ziet er mooi uit, maar is niet ter decoratie. Immers het hout onderaan zal door sneeuw en regen als eerste verrotten en dan diende er slechts een klein deel vervangen te worden en niet een hele plank. Bovendien zie ik op deze deuren van de hooizolder kleine insignes. Andrea vertelt dat vanaf het midden van de 17e eeuw de man des huizes in de winter vaak het gezin achterliet om stoffen en heilige afbeeldingen te verkopen, ook wel ‘krumer’ genaamd. Ze reisden te voet door het hele Habsburgse rijk om zo extra inkomsten te genereren. Om het gezin tegen het kwaad te behoeden tijdens zijn afwezigheid maakte hij voor vertrek een beschermende afbeelding op de houten deur.
Later zien we de rugzak die de ‘krumer’ gebruikten, ‘kraks’ genaamd; een smal houten kastje met kleine laatjes. En in de slaapkamer wordt er, verborgen in een wandkastje onder een plank, een heuse kluis getoond. Hierin werden de waardevolle vergunningen om te mogen verkopen bewaard.
- © Sytske Maaijen
Luxe boerderij
Deze boerderij was sowieso van een welgestelde familie. Enerzijds vanwege de omvang en anderzijds omdat er in de rustieke stal plaats was voor tien koeien, in die tijd een groot aantal. Buiten aan de oostzijde is er een afzonderlijk ‘blokbouw’ gebouwtje (casello) om kaas te maken. Hier zien we ook de uitbouw van de oven en de koelkast op het balkon, een eenvoudige houten kast met gaten voor de frisse wind om produkten zo lang mogelijk vers te houden. Opvallend is dat het kookgedeelte geen schoorsteen heeft, om brand aan het houten dak te voorkomen. De rook werd via de gewelven door de open kieren boven de buitendeur afgevoerd.
‘Zio’ met eigen slaapkamer
Naast de grote slaapkamer zien we nog een kamer en deze was voor de jongste zoon. Een interessant detail binnen de Mocheni-families is dat niet de oudste zoon de enige erfgenaam was maar alle zonen, met uitzondering van de jongste. Deze mocht niet trouwen, moest thuis blijven wonen maar kreeg daarvoor een eigen slaapkamer en werd de vaste oppas, aangesproken met ‘zio’ (oom), van de neefjes en nichtjes en moest het gezin helpen. Voor de dochters was er een bruidsschat, verzameld en bewaard, in een grote kist in de slaapkamer.
- © Sytske Maaijen
Zuinig en respectvol
Tot slot komen we via de keuken van de laatste bewoonster in de jaren zestig in een ingerichte ruimte met interessante weetjes over de Mocheni taal. Deze is officieel erkend, wordt op scholen onderwezen en je kunt zelfs, bij interesse, taallessen volgen. In originele taal nemen we afscheid en bedenk ik mij hoe interessant het is om af en toe terug in de tijd te gaan. De handigheid van de bewoners van weleer om zuinig en respectvol met onze grondstoffen en omgeving om te gaan, is naar mijn idee in deze 21ste eeuw actueler dan ooit. Complimenten ook voor het Bersntoler cultuurinstituut voor de schitterende restauratie van de Filzerhof.
Tekst en foto's: Sytske Maaijen
- © Sytske Maaijen
Meer info
De Filzerhof bezoeken is mogelijk van mei tot oktober. Kijk hier voor meer informatie.