Curaçao3 x het noorden van Curaçao in 1 dag

1. Hòfi Pastor

Trek voor je bezoek aan Hòfi Pastor ongeveer een uur uit. Je kunt hier heerlijk in de schaduw onder de bomen uitrusten en mooie vogels spotten. Kies een van de twee wandelroutes die je langs de oudste kapokboom van het eiland leiden. Ik had gelezen dat de boom 300 jaar oud is, maar ter plaatse kom ik erachter dat hij 800 jaar oud is.  

Vroeger waren er meer dan dit soort hòfi’s, maar de meeste zijn helaas verwaarloosd. In de slaventijd werden in Hòfi Pastor verboden kerkdiensten gehouden voor slaven. Priester Nieuwindt bouwde er zelfs een kerk voor de slaven. De omwonenden vonden dit niet prettig en waren bang voor een slavenopstand.

2. Kas di pal’i maishi (huis van maisstengels)

Zorg dat je hier rond het middaguur bent, want je kunt hier lekker lunchen. Kas di pal’i maishi is een origineel kunuku-huisje waarin vroeger de slaven woonden. Kunuku betekent plantage en platteland en de huisjes stonden altijd bij het grote landhuis. Ze zijn gemaakt van maïsstengels en koeienmest.

Doe een rondleiding met een gids. Hij of zij vertelt veel over de geschiedenis van de slavernij en hoe het was om in zo’n kunuku-huisje te wonen. Zelf kreeg ik last van plaatsvervangende schaamte! Indrukwekkend vond ik de uitvoering van een van de klaagliederen die de slaven vroeger zongen tijdens het doen van de was. Ze zongen om de dag door te komen.

3. Sheta Boka

Sheta Boka betekent zeven inhammen. We parkeren de auto onder toezicht, omdat er nog weleens wat uit de auto’s wordt gestolen. Je kunt hier twee wandelingen maken van ieder 1 uur. Bij de Boka Wandomi route is een natuurlijke brug ontstaan, uitgesleten door de kracht van de golven. Maar wij kiezen voor de andere route: Boka Pistol.

Onderweg kom je langs de grot Boka Tabla, waar wij helaas niet in kunnen vanwege de stroming. We klimmen bij deze inham omhoog en volgen een mooi aangelegd pad over de kale lavavlakte met hier en daar prachtige bolcactussen.

Deze kant van het eiland is zo anders dan waar wij verblijven in het zuiden. Hier zijn geen witte stranden en palmbomen, maar juist een ruig landschap. Neem voldoende drinken en zonnebrandcrème mee, want er is hier verder niets. Hou je van dit ruige landschap? Lees dan ook mijn verhaal over Watamula.

Vanaf het plateau bij Boka Pistol heb je een mooi uitzicht op de golven die meters omhoog schieten, vandaar de naam Pistol. Ik kan er geen genoeg van krijgen en blijf dan ook een tijdje op een van de bankjes zitten luisteren en kijken naar het geweld van de zee. Voor mij heel rustgevend.

Op de terugweg gaan we heerlijk eten bij Landhuis Daniël. We kiezen voor de Keshi Yena, een Curaçaos gerecht met gehakt, olijven, rozijnen en nog veel meer ingrediënten. En de ossenhaas, aanbevolen door een local. De beste ossenhaas van het eiland. Een heerlijk glaasje wijn erbij en met een voldaan gevoel terug naar het zuiden.

Tekst en foto's: Margot Levie