4 x onverwachte dieren in de stad
Voor ieder wat wil(d)s.
De halsbandparkiet
Een heleboel gekwetter en een felgekleurd verenpak: de knalgroene halsbandparkiet heeft de stad veroverd. De ‘lawaaipapegaai’ komt oorspronkelijk in tropische oorden voor, maar de ontsnapte en losgelaten kooivogels redden zich prima in Nederlandse stadsparken en –tuinen, mede dankzij de extra snacks die ze daar kunnen vinden.
Lees ook:
- De halsbandparkieten redden zich prima in de Nederlandse stadsparken.
De rode rivierkreeft
Ze lijken voor niets of niemand bang maar kunnen beter op hun hoede zijn, want de rode rivierkreeft staat steeds vaker op de menukaart. De lekkernij is inmiddels ook een plaag: de exoten duikt in het hele land veelvuldig op, vreten hun leefgebied leeg en veroorzaken schade aan de oevers. Met vochtig weer paraderen de kreeften gewoon over straat, met hun scharen in de lucht om te nieuwsgierige voorbijgangers te imponeren. Schattig.
- Met vochtig weer paraderen de rivierkreeften gewoon over straat.
De vos
Het wordt waarschijnlijk steeds vanzelfsprekender: een vos in een buitenwijk van Amsterdam of midden in Den Bosch. Het gaat goed met de slimme dieren in Nederland, dus breiden ze hun leefgebied uit. In de stad voelen ze zich behoorlijk thuis! Er is voedsel in overvloed en voldoende rust en beschutting. Vooralsnog laten vossen zich vooral ’s nachts zien, maar dat is een kwestie van tijd. In Londen – waar ze sinds 1930 voorkomen – plannen de vossen regelmatig uitstapjes op klaarlicht dag.
- In de stad voelt de vos zich, dankzij onder andere genoeg voedsel, behoorlijk thuis.
De slechtvalk
Opvallend, maar waar: de slechtvalk is in Nederland vooral een stadsvogel. Het stel dat een hoofdrol speelde in de documentaire ‘De Wilde Stad’ heeft bijvoorbeeld het dak van het torenhoge ABN Amrogebouw op de Zuidas in Amsterdam als uitvalsbasis. De roofvogels leggen hun eieren het líefst in een nis in rotswanden en kiezen hier bij gebrek aan beter voor look-a-likes, zoals fabriekstorens, kerken en hoogspanningsmasten. De thermiek tussen de gebouwen komt hun vlucht ten goede en het eten ligt voor het oprapen (sorry, stadsduiven).
- De thermiek tussen de gebouwen komt de vlucht van de slechtvalken ten goede.
