Dit zijn de 5 leukste voetbalreizen die ik heb gemaakt

1. Milaan: heerlijke heksenketel

Milaan. De stad van de mode, van de Duomo en van lekker eten en drinken. Ik was er een weekend lang met collega’s. Ook zonder voetbal hadden we ons dankzij de geneugten van het Italiaanse leven prima kunnen vermaken, maar het bezoek aan het legendarische San Siro-stadion – de plek waar Gullit, Van Basten en Rijkaard ooit furore maakten – was de kers op de taart. En wat voor een kers, want we gingen naar de derby der derby’s: AC Milan tegen Internazionale, clubs die allebei in dit stadion spelen. De wedstrijd tussen de Milanisti en de Interisti ontaardde in een heerlijkste heksenketel.

Lees ook:

Stedentrip: tips voor 48 uur in Milaan

2. Brugge: nostalgisch morsig

Het fascinerende aan het oude centrum van Brugge, is dat het zo aangeharkt is. Eigenlijk is het een openluchtmuseum waar je in een paard en wagen een ritje maakt, of een rondvaart door de grachten. Je struikelt er over de kant- en chocoladewinkels. Nee, dan de voetbalclub Club Brugge. Het Jan Breydelstadion (voorheen Olympiastadion) is heerlijk morsig. Je eet er een vieze worst, drinkt er een fijne pint en de kans is groot dat je een matige wedstrijd (in de regen) voorgeschoteld krijgt. Beter wordt het niet.

3. Madrid: groot, groter, grootst

Estadio Santiago Bernabéu is een betonnen bak van jewelste. Ik beklom er een eindeloze hoeveelheid trappen voordat ik op de vijfde of zesde ring (ben de tel kwijtgeraakt) was aanbeland. In de verte zag ik de ‘Galácticos’ van Real Madrid ploeteren tegen het laag geklasseerde Osasuna. ‘De Koninklijke’ boekte een schamele 1-0 overwinning. Maar wát een stadion. Hier is alles groot, groter, grootst. Een wedstrijd bezoeken bij de grootste en beste club van de wereld (vijf Champions League-titels in de laatste vier jaar) is een belevenis. Na de wedstrijd, om een uur of elf ’s avonds, gingen we tapas eten in een van de talloze restaurants in de buurt van het stadion. Zo doen de Spanjaarden dat en het beviel ons prima.

4. Hamburg: bier op de tribune

Hamburg is een geweldige stad. Met vrienden fietste ik op een zonovergoten dag langs de Elbe, daarna reden we het centrum in en streken neer in een biergarten. Tegen de avond pakten we de metro naar het Volksparkstadion. Gaat er een belletje rinkelen bij die naam? Inderdaad, dit is de legendarische plek waar Nederland op het EK van 1988 West-Duitsland versloeg. “Het Volksparkstadion is van Oranje”, zei commentator Evert ten Napel toen. Vandaag is het Volksparkstadion van de supporters van Hamburger SV. De club is inmiddels gedegradeerd uit de Bundesliga, maar desondanks zitten er bij thuiswedstrijden nog altijd zo’n 50.000 fans in het stadion. Tijdens de wedstrijden wordt er bier verkocht op de tribune, uiteraard per halve liter.

5. Manchester: kosmopolitisch Engels

De aantrekkingskracht van voetbaltempel Old Trafford is zo groot dat het voetbaltoeristen van over de hele wereld aantrekt. Het nadeel daarvan is dat de unieke Engelse voetbalsfeer een beetje naar de achtergrond wordt verdreven. Maar dan nog blijft het de moeite waard om Manchester United een keer in dat imposante stadion te zien spelen. Mijn vrienden en ik zagen de Mancunians winnen van Newcastle United. Zoals het hoort, deden we de nabespreking in de pub, waar we ook nog een dartpijltje gooiden. Maar pas op: Manchester is veel meer dan voetbal en pubs. De oude industriestad is uitgegroeid tot een hippe plek waar het stikt van koffietentjes en moderne cafés. Een mooie mix van oud en nieuw, van authentiek en kosmopolitisch.

Lees ook:

Behapbare citytrip: 48 uur Manchester