Mmm: 5 x (vegetarisch) eten in Bangkok

Wil je geen vlam vatten? ‘Medium spicy’ is het codewoord…

1. Tom Yum Kung

Haal even diep adem voordat je ’s avonds de bekendste straat van Thailand inloopt: Khao San Road. Bij Tom Yum Kung ligt de verse vis in een vitrine te wachten op een bestelling en een vegetariër die een snelle blik op de kaart werpt, denkt: wegwezen. Maar de ervaring leert dat de Thaise keuken zich prima leent om een ingrediënt te skippen. Op het platteland is het fingers crossed dat ze jouw beste gebarentaal snappen, maar in de hoofdstad horen ze ‘vegetarian’ zeker niet voor het eerst. Achterin het restaurant eet je in relatieve rust, maar als je wilt zien wat Khao San Road allemaal in de aanbieding heeft, kies dan voor een tafeltje vooraan. Toeristen, locals – inclusief ladyboys, alles en iedereen loopt er kriskras door elkaar. Je kijkt je ogen uit, beloofd!

De schreeuwerigste straat van Bangkok moet je een keer meegemaakt hebben.

2. Green House

Op een steenworp afstand van de hysterische Koh San Road vind je Soi Rambuttri (de straat van onze uitvalsbasis, het superfijne hotel Rambuttri Village). Iets minder prikkels, maar ook hier zijn restaurants in overvloed. Green House is een aanrader: de sfeer is – ondanks de drukte om je heen – relaxed en de curry’s en groentegerechten zijn superlekker. Ook als je na wekenlang rijst snakt naar een mediterraans menu ben je hier aan het juiste adres.

Eten op straat: lekker, gezond en voor een prikkie.

Voor twee à drie euro eet je een goddelijke maaltijd in een openluchtrestaurantje

3. Streetfood

Natuurlijk kun je Bangkok niet uit zonder ‘op straat’ te eten. Vlak bij winkelcentrum River City (begin- en eindpunt van de Co van Kessel fietstour) stuitten we op één van de talloze Thai met kookkunsten waar je U tegen zegt (als je met je neus naar de rivier staat, het laatste kraampje aan je linkerhand). Voor de liefhebber van superzachte tofu van een substantie à la custardpudding: neem ruim! Wie daar niet zo van houdt; kies voor een variant met alleen groenten. De vriendelijke meneer achter het kraampje heeft helemaal geen kip, varken of vleesvervanger nodig om zijn gerechten op smaak te brengen. Neem plaats op de plastic stoeltjes op de stoep en voor twee à drie euro eet je een goddelijke maaltijd in een openluchtrestaurantje. Het aangeboden glas water kun je drinken: er wordt geruststellend op een grote pan gekookt water gewezen.

Madame Musur: gezellig én lekker.

Rons tip

Heerlijk, Thais eten. Ik ben er gek op! Maar wat nou als je allergieën voor bepaalde ingrediënten hebt of glutenvrij wilt. Bestel dan een voedselallergiepas. Het heeft het formaat van een bankpasje en daarop kun je al je wensen laten zetten. En als je slim bent, laat je dat doen in de taal van het land waar je naartoe gaat, dat scheelt weer allerlei ingewikkeld vertaal-gedoe!

4. Madame Musur

Springrolls en gefrituurde tofu met huisgemaakte satésaus, het begon bij de starters al goed bij Madame Musur. Ze serveren voornamelijk gerechten uit het noorden van Thailand, zoals khao soi, een currysoep met noodles. Het knusse decor met houten plankenvloer, bamboe, grote kussens en gekleurde lampionnen is een heel fijne plek om ook na het eten te blijven hangen. Om verdere vakantieplannen te smeden of voor stilzwijgend alleen maar mensen kijken. Met een goede kop koffie of een cocktail, bijvoorbeeld. Wij namen de Madame Musur: met appel- en limoensap, suikerrietsiroop en – helemaal in het thema – maa jai dum, een sterke drank uit het noorden.

Bij Amorosa zie je de zon achter de tempel zakken.

5. Amorosa

Als je voor een paar baht wilt eten, moet je Amorosa links laten liggen: voor omgerekend zo’n tien euro hadden wij welgeteld twee flesjes Singhabier. Als je voor datzelfde geld twee Thaise maaltijden mét als dessert mango sticky rice in gedachten hebt, stop hier dan alleen voor een drankje. Vooral het uitzicht maakt deze plek uniek. Neem alle trappen die je tegenkomt en zoek een tafeltje uit op het dakterras op de vierde verdieping: kaarsrecht tegenover tempelcomplex Wat Arun aan de Chao Phraya rivier. Tip: ga rond zonsondergang en zie de toeristische trekpleister bij dag- én avondlicht.