ItaliëDe overweldigende schoonheid van Monte Cucco
Oogstrelende landschappen worden afgewisseld door historische dorpjes die rijk zijn aan kunst en cultuur. Tussen die landschappen en dorpjes is de natuur ongerept en uitermate geschikt voor sportieve uitspattingen zoals trekking, paardrijden, zweefvliegen, bergbeklimmen, raften en skiën. Voor velen is Umbrië nog het onbekende broertje van Toscane. Maar dat is onterecht. Naast de schoonheid is het ook nog eens een duidelijk goedkopere regio in vergelijking tot Toscane.
Actief genieten van Parco del Monte Cucco
Umbrië is dé plek om op de fiets te ontdekken. Waar we in Toscane nog een duwtje in de rug kregen van de elektrische Scott, moesten we het in Umbrië op eigen krachten doen op een mountainbike zonder motortje. En in tegenstelling tot de rit naar Populonia was het dit keer een serieuze klim. Wij stapten op de fiets om de Monte Cucco te beklimmen.
Costacciaro
Aan de voet van natuurpark Monte Cucco ligt Costacciaro, het startpunt van 24 fietsroutes van in totaal 150 kilometer. De moeilijkheidsgraad varieert van makkelijk tot uitdagend. Het wordt ons sowieso al iets makkelijker gemaakt: onze fietsen worden met een pickup naar ons vertrekpunt op 1.165 meter hoogte gebracht. Pas op de parkeerplaats in de bossen naast een groot open veld met restaurant worden de mountainbikes en onze helmen afgesteld en stappen we op de pedalen.
De grot van Monte Cucco
Verwacht geen geasfalteerde paden met belijningen voor tweerichtingsverkeer. Nee, dit is het echte mountainbiken. Het pad voert eerst over grote losliggende keien. De fiets voelt nog wat onwennig aan, maar we genieten al meteen van de prachtige uitzichten.
Onder ons stroomt een riviertje waar je terecht kunt als je voorkeur uitgaat naar canyoning in plaats van mountainbiken. In de berg bevindt zich de grot van Monte Cucco, een van de ruimste grottenstelsels van Europa. Het strekt zich uit over 30 kilometer en gaat tot wel 990 meter de diepte in.
De Grotta di Monte Cucco is een van de mooiste grottenstelsels van heel Italië. Alhoewel het al in de zestiende eeuw werd ontdekt is het pas vanaf 1890 onderzocht. Maar dan wel degelijk en systematisch. Toch kun je als toerist maar een klein deel van de grotten bezoeken, waarbij je door gangen en zalen loopt die je soms de adem benemen, zo enorm en indrukwekkend hoog zijn ze soms. Het kost je wel een uur wandelen om er te komen, maar dan neemt de gids je mee op een mooie ervaring van zo'n twee uur.
Voor en door de berg
Aan alles in dit park is te merken dat de gemeente met liefde voor de berg zorgt. Het park van de Monte Cucco is in 1995 gesticht, maar voor de berg wordt al sinds 1289 gezorgd. Destijds kochten veertig families de grond van een edelman. Sindsdien wordt de zorg van generatie op generatie overgedragen. Wat de berg oplevert gaat terug de gemeenschap in om het beheer en behoud veilig te stellen.
Vlinderbos
Waar onze tocht wat onwennig startte was het een relatief makkelijke begin, blijkt later. Onze gids Andrea, toevallig ook de burgemeester, is al jarenlang mountainbike-instructeur. Hij kent de berg op zijn duimpje en vertelt tijdens de tocht veel over de geschiedenis en de omgeving. Zo komen we door een bebost stuk dat ook wel de vlinderbos wordt genoemd. Het bos doet zijn naam eer aan: om ons heen vliegen vele vlindersoorten ongestoord rond, terwijl wij proeven van de wilde aardbeien die in de berm groeien.
Uitdagende klim
We rijden door over een open stuk en klimmen nog verder. In standje 'knop om en verstand op nul' trappen we verder. Het is van tijd tot tijd écht werken, maar we worden boven op de berg beloont met prachtige vergezichten.
We kijken over de Marken naar de Adriatische zee in het oosten en aan de andere zijde zien we Toscane liggen. Daar tussenin bergen en heuvels met beboste en kale toppen. Een heerlijk windje koelt ons af.
Aan de voet van de berg zien we tussen de lappendeken van geel en groen Costacciaro liggen. Vanaf boven heeft het de vorm van een hart. Het azuurblauw van het openluchtzwembad wenkt verlokkelijk.
Downhill
Tijd voor de afdaling. We laten ons rustig naar beneden rollen, vlak langs een kudde runderen. De witte Chianina en de bruine Marchigiana grazen van half mei tot half november vrij in het park. De Chianina is een oud Etruskisch runderras dat al zo'n 22 eeuwen wordt gehouden. De beroemde bistecca alla Fiorentina komt van deze runderen.
Afsluiter
Terug bij ons vertrekpunt zetten we de fietsen bij Rifugio Mainardi in Pian delle Macinare om even bij te komen van dit avontuur en te genieten van een heerlijke Italiaanse lunch. We zijn deze zondag niet de enigen. Veel families strijken hier in de weekenden neer om op het veld te recreëren en te genieten van de natuur. Het is opvallend hoe weinig toeristen dit prachtige stukje Italië hebben ontdekt. Het is echt de moeite van het ontdekken waard.
Lees ook