SchotlandRoadtrip: 7 hoogtepunten in Noord-Schotland
Wie naar Noord-Schotland gaat, kan echt niet om de NC500 heen. De autoroute is niet voor niets populair: je kunt hem in een paar dagen rijden en ziet ook nog eens de gehele west-, noord- en oostkust van Noord-Schotland. Bovendien is het een boeiende route, er is om de vijf minuten wel een reden om uit te stappen. Je kunt hem dus in een week én in een maand rijden. Maar wat mag je nou écht niet missen? Ik heb zeven absolute hoogtepunten voor je. Maar voor je de weg opgaat een paar praktische tips. Een goed voorbereid mens telt voor twee!
- © Jip Mendes
De NC500
Schotland is een echt camperland. Je mag namelijk (bijna) overal overnachten. Houd als je met de camper gaat wel rekening met de vele single track roads: tweerichtingswegen verkleed als eenrichtingsweg, wel mét veel passing places. In het geval je daar met een grote camper rijdt, is het wel fijn als het niet je eerste ritje in een camper is. Zorg er ook voor dat je voor het donker ‘thuis’ bent. Overdag moet je soms al op de rem trappen als een kudde schapen de weg verspert, maar rijden in het donker is nog veel gevaarlijker. Dan is het wildvee de king of the road. En ’s avonds wil je geen hert tegenkomen…
Tanken en boodschappen langs de NC500
Als je een kleine tank hebt of zenuwachtig wordt van je brandstofmeter, zoek dan van tevoren op waar de tankstations zijn in het noorden. Buiten de grotere dorpen zijn de tankstations schaars en duur. Hetzelfde geldt voor supermarkten ten noorden van Inverness. Wij deden daarom weekboodschappen in Dingwall en hadden niet zonder onze koelbox gekund!
- © Shutterstock
Hoogtepunt 1: Inverness
Het startpunt van de NC500 is Inverness. Als je een avondje uit wil, doe dat dan vooral hier! In Inverness zijn nog genoeg gezellige restaurantjes en pubs te vinden. Ten noorden van de stad valt dat vies tegen. Probeer in Inverness bijvoorbeeld een van de vele Indiase restaurants. Wij gingen naar Mangrove, waar het eten heerlijk is. Let op: veel Indiase restaurants serveren geen alcohol, maar dit mag je meestal wel zelf meenemen. Als je daarna nog op zoek bent naar vertier, ga dan naar een van de vele pubs. In het weekend is er op veel plekken livemuziek!
- © Jip Mendes
Hoogtepunt 2: Rogie falls
De Rogie Falls, op een halfuur rijden van Inverness, staan bekend om de zalmen die – vooral in augustus en september – stroomopwaarts zwemmen. Je kunt ze vooral in die maanden af en toe boven het wateroppervlak zien springen. Wij waren er in oktober, helaas geen zalmen, maar wel overal prachtige herfstkleuren. Er staan twee korte wandelingen (onder de 2 km) aangegeven op de parkeerplaats, maar je kunt ook de rivier aflopen. Vanaf Rogie is dit ongeveer 7 kilometer. In zuidelijk Noord-Schotland is nog veel bos, in tegenstelling tot de heidegronden in het noorden, dus maak er gebruik van! Op deze website staan allerlei wandelingen in de buurt. Overigens ook een goede tip voor wandelen in de rest van Schotland.
- © Jip Mendes
- © Jip Mendes
Wil je meer zien van Schotland? Lees dan ook dit verhaal.
Hoogtepunt 3: Corrieshalloch Gorge
Corrieshalloch betekent in het Gaelic letterlijk: ‘lelijk hol’, maar gelukkig doet het ravijn zijn naam geen eer aan. De indrukwekkende kloof met waterval bereik je te voet in tien minuten vanaf de parkeerplaats. Je kunt ook een wat langere wandeling van twintig minuten maken langs de kloof. Boven het ravijn hangt een brug, waar zelfs mensen zónder hoogtevrees bibberend overheen lopen. In de loop van 2023 opent hier ook een cafeetje en een oplaadpunt voor elektrische auto’s.
- © Jelle Valkering
Hoogtepunt 4: Coldbackie Beach
Coldbackie staat bekend als het mooiste strand van Schotland, en terecht. Het lijkt wel een tropisch strand, zo hagelwit is het zand en helderblauw de zee. Je kunt parkeren op een wat grotere passing place met informatiebord en prullenbak, vlak voordat je het dorp Coldbackie bereikt. Loop dan nog een paar meter richting het dorp tot je links een pad ziet, waarlangs je naar het strand kunt afdalen. Als je minder goed ter been bent, kan de afdaling pittig zijn, want steil, onverhard en drassig. Voor meer uitgebreide informatie, kijk hier.
- © Shutterstock
Hoogtepunt 5: Castle Varrich in Tongue
Weer een echte aanrader: een korte wandeling (ongeveer een uur in totaal) omhoog naar het hooggelegen uitzichtpunt Castle Varrich. De familie Varrich heeft deze locatie vast niet alleen uitgekozen om de strategische ligging, maar ook om het sprookjesbos dat eromheen ligt. Ook leuk: het stikt hier van de mooie vogels, zoals de Blue en Great Tit. Als je boven bent, kun je met een wenteltrap boven op de kasteelruïne komen. Het is de kleine klim zeker waard, want je krijgt er een fantastisch 360 graden-uitzicht ervoor terug. Je kunt parkeren bij het Ben Loyal Hotel in Tongue. Zoek daar het bordje dat het pad naar het kasteel aangeeft. De weg wijst zich verder zelf.
- © Jip Mendes
Hoogtepunt 6: Dunnet Head
John ‘o Groats staat bekend als het meest noordelijke puntje van het vasteland van Schotland, maar dat klopt niet. Dunnet Head is namelijk nóg noordelijker. Toegegeven, beide uitzichtpunten zijn geweldig en als je kunt: pak ze allebei mee. Maar als je een plek wilt om te dineren en te slapen, raad ik je aan iets meer geld neer te leggen en dat in Dunnet (Head) te doen. Op het noordelijkste puntje vind je ook bunkers uit de Tweede Wereldoorlog en als je geluk hebt papegaaiduikers!
- © Shutterstock
Hoogtepunt 7: Big Burn Walk en watervallen
Toen wij aankwamen bij het officiële startpunt van de Big Burn Walk was dat helaas afgesloten, omdat een van de bruggen verstevigd moest worden. Gelukkig konden we een stukje omrijden en aan de andere kant van de wandeling beginnen. De makkelijkst te bereiken parkeerplaats en startpunt bevindt zich op de A9 vlak voor de Golspie Inn. De andere wijkt een stukje af van de route, en bevindt zich hier. Als je het eenmaal gevonden hebt, zul je niet teleurgesteld zijn! De wandeling voert door het bos, over bruggen, langs woest water én watervallen. De gehele route is ongeveer 3 kilometer, maar je kunt hem ook inkorten en verlengen. Hier vind je de route.
Tekst: Jip Mendes