ItaliëItalië: filmstad Lucca

Als ik over ons terras hang zie ik twee verdiepingen lager vijf voetballen op een plat dak liggen. Ik hoor in de verte een kinderstem ‘ciao’ roepen - het galmt tussen de hoge huizen door. Rechts zie ik de gesloten groene luiken van de overburen, voor me uit een verveloze dakkapel en een hoop antennes. Helemaal beneden, op het hoekje in het smalle straatje, zet de bloemist net zijn waren buiten. Ik ben op slag verliefd op ons plekje in het oude centrum van het Lucca.

Stadspark in Lucca

Het eerste wat we doen als we de koffers hebben uitgepakt is een wandeling maken: het oude centrum is helemaal ommuurd en die muren zijn alleen voor fietsers en voetgangers toegankelijk, wat maakt dat de stad is omringd door een park van 4,2 kilometer lang en met een totale hoogte van 40 meter (tot aan de toppen van de bomen die er staan) een heerlijke plek om te flaneren of op een bankje een boekje te lezen.

Muren verkennen

Er worden rondleidingen georganiseerd op en in de wallen, maar je kunt ze ook prima zelf verkennen. In het poortgebouw Porta San Donato Nuova is een infopunt en ze geven een heel duidelijke plattegrond mee. Er zijn diverse doorgangen, kazematten en poortgebouwen, die inmiddels gebruikt worden voor allerlei andere zaken dan de verdediging van de stad. In bolwerk Santa Croce is een leuke tentoonstelling (gratis) over de geschiedenis van de muren.

Historie van Lucca

Die geschiedenis begon in de tweede eeuw voor Christus, toen de stad Lucca werd gesticht. Maar het enige dat de stad ooit bedreigde was de rivier Serchio, die herfst 1812 overstroomde. Het oude centrum is dan ook prachtig bewaard gebleven: smalle straatjes, spannende doorkijkjes, pittoreske pleinen, indrukwekkende palazzo’s; je hoeft maar door een raam te gluren of je ziet weer een beschilderd plafond.

Shoppen in Lucca

Alles is dichtbij; als je dóórloopt doorkruis je de stad van oost naar west in hooguit een half uur, van noord naar zuid in twintig minuten. Maar ja, er is zóveel te zien… De winkelstraten - de belangrijkste is Via Fillungo - zijn een verademing: vooral kleine zelfstandige winkels, met mooie oude puien en een stijlvol aanbod. Veel herenmodezaken ook, net als schoenwinkels en chocolade- en delicatessenzaken.

Autoluw

Omdat grote vrachtwagens de stad niet in kunnen (er rijden wel kleine bussen en ‘halve’ vuilniswagens) en de meeste auto’s het wel uit hun hoofd laten zich verder dan de grote parkeerplaatsen aan de rand te wagen, is het aangenaam slenteren door de straatjes. Verdwalen kan niet, vanwege die muren waar je tegenaan loopt. Alleen over het plaveisel breek je je nek - dat ligt soms schots en scheef. Veel fietsers wel, maar die zigzaggen zonder te bellen of te vloeken om je heen.

Heel veel kerken

Om de haverklap loop je tegen een kerk aan - op de stadsplattegrond staan er 27 aangegeven. De belangrijkste zijn de Duomo San Martino (kathedraal), de San Michele-kerk en de basiliek van San Frediano, alle drie even schitterend. Ook de San Giovanni e Reparata-kerk mag je niet missen: je kunt een trap af naar de opgravingen van een Romeins badhuis. Zelfs de kleinste kerkjes zijn een bezoekje waard en regelmatig worden er tentoonstellingen en concerten in gehouden.

En veel torens...

Zeg je kerken, dan zeg je torens. Die zijn er ook een hoop, al dan niet verbonden aan een godshuis. De drie meest bekende, die je ook in kunt: die van de Duomo, de klokkentoren in de Via Fillungo en de Torre Guinigi, met een tuintje met bomen bovenop. Ze zijn de klim waard. Je hebt er prachtig uitzicht op de daken en op de bergen en heuvels rondom de stad.

Het Lucca van Puccini

De bekendste zoon van Lucca is wel operaschrijver Giacomo Puccini. Het huis bezoeken waarin hij in 1858 werd geboren is nu een klein maar fijn museum (www.puccinimuseum.it). Iedere donderdag, vrijdag en zaterdag wordt er in het Oratorio San Giuseppe een concert gegeven met aria’s van Puccini en tijdgenoten (https://puccinielasualucca.com). Jaarlijks, in 2025 van 12 juli tot 7 september, wordt een groot festival aan hem gewijd in Torre del Lago, waar hij woonde (https://www.puccinifestival.it/en/).

Hapje en drankje in Lucca

Eten, daar moeten we het natuurlijk ook over hebben. Dat kun je overal en goed. Er zijn heerlijke broodjeszaken (focaccia’s), pasticceria’s (lekkers en koffie), pizzeria’s en knusse restaurants. Onze favorieten: Caffè del Teatro (Via S. Girolamo 6) voor de beste cappuccino. Pizza da Felice (Via Buia 12) en Pizza Alice (Via S. Paolino 22) - je betaalt per gewicht aan pizza. En Osteria Tosca (Piazza Cittadella 8) en bistrot/wijnbar Des Arts (Piazza S. Giusto 9): gemoedelijke sfeer en eenvoudige, maar heerlijke keuken. 

Bordje lekkers...

De restaurants gaan ’s avonds op zijn vroegst om 19.00 uur open, maar daarvóór kun je neerstrijken op een van de vele terrasjes voor een drankje. Daar krijg je meestal wel wat te knabbelen bij, maar je kunt ook een tagliere bestellen, een bordje met vleeswaren, kaas en andere lekkere hapjes. En dan de dag doornemen, nagenieten van al het moois dat je hebt gezien, een praatje maken met de buren en je verheugen op de dag van morgen. Wat een heerlijke stad!