FrankrijkGenieten aan de veelzijdige Frans Atlantische kust
De Frans Atlantische kust, waar begin je? Met z'n 1200 kilometer kustlijn vanaf La Baule in het noorden tot aan Hendaye in het zuiden, ben je wel even onderweg. Eindeloze zandstranden, afgewisseld met ruige kusten, moerassige achterlanden of prachtige bossen, charmante dorpjes en geweldige steden; het is er allemaal.
Ontdek de Frans Atlantische kust
Ondoenlijk dus om het allemaal aan te doen in een paar dagen tijd. Mijn roadtripje langs een deel van deze kust begon waar de Frans Atlantische kust ook begint: bij La Baule en beperkte zich tot de Loire-Atlantique en de Vendee. Maar leverde genoeg op om een boek over te schrijven. Dat doen we hier niet; in vogelvlucht neem ik je mee langs bijzondere belevenissen op deze trip en nodig je graag uit om het zelf te gaan ontdekken!
Ideaal voor gezinnen
La Baule is een typische Bretonse kustplaats. Met 9 kilometer strand aan een rustige baai met weinig golfslag is het een geliefde plek voor zomers vertier. Ideaal voor gezinnen dus, met veel wateractiviteiten. Bovendien is er een fijne golfstroom waardoor het water een paar graden warmer is dan elders. Ook is er een behoorlijk getijdenverschil waardoor je soms een paar kilometer de zee in kunt lopen.
Verken de stad op de fiets
Er wordt veel gefietst in La Baule. Met een soort 'witte fietsenplan' van zo'n 100 stuks grijp je snel een stalen ros en verken je niet alleen de boulevard, maar ook de erachter gelegen wijken, die veelal bestaan uit schitterende villa's. Doe je dat onder leiding van een stadsgids dan kom je op echt bijzondere plekjes.
Het zout van Guerande
Niet ver van La Baule ligt Guerande. Met een prachtig middeleeuws stadscentrum waarvan de stadswal van bijna anderhalve kilometer en de stadspoort St-Michel (tevens museum) uit 1450 stammen en de mooie kerk uit 1500. Maar hier draait het vooral om het bekende zout. De zoutwinning dateert al uit de tijd van de Romeinen. Dwaal dan ook zeker door het uitgestrekte spiegelende raster van zoutmoerassen! Oogsten doen ze van juni tot en met september. En in het historische centrum barst het van de winkeltjes waar je kilo's zout en met name de topper, Fleur de Sel, kunt kopen. Meer weten? Dan bezoek je museum Terre de Sel.
Op een platbodem
Op weg naar onze volgende bestemming langs de kust maken we nog snel even een boottochtje door de Biesbosch van de Loire-Atlantique, Le Parc naturel régional de Brière. Op een platbodem, waarbij gids Gilles de boom hanteert en ons van alles uitlegt over dit mooie moerasgebied en haar bewoners, varen we in zo'n drie kwartier door een klein stukje van het park. De bootjes (en/of huifkar-tocht) vertrekken vanuit Saint-Lyphard en hier vind je de details.
Mooi wonen in Pornichet
Pornichet is het kleinere broertje van La Baule. Ooit draaide het ook hier om zout, maar die tijd is verdwenen. Wel is er een hippodrome, een paardenrenbaan. Aan de ene kant richting La Baule is er aan de kust afzichtelijke hoogbouw, maar andere kant op zijn er alleen maar eengezinswoningen en historische villa’s. Pal aan zee. Het heeft het tot de meest gewilde wijk van deze kust gemaakt.
De mooiste ontdekking!
Saint Nazaire was voor mij de mooiste ontdekking van deze tocht. 'Verbluffend Saint Nazaire' is de slogan waarmee de stad zich afficheert en daar is niet teveel mee gezegd. Niet alleen heeft het de mooiste boulevard van al die kustplaatsen, met schitterende statige oude huizen, maar alles ziet er ook nog eens spic en span uit. Halverwege de boulevard zie je net in zee een standbeeld van The Sammy, een Amerikaanse soldaat. Het markeert de plek in de monding van de Loire waar in WO1 soldaten uit de VS voet aan land hebben gezet. Aan het einde van de boulevard tegen de haven aan is een nieuw plein ontwikkeld met allerlei leuke horeca.
Blikvanger: de betonnen basis
Blikvanger in deze stad is de door de Duitsers in WO2 gefortificeerde onderzeebootbasis. De bouw ervan startte tussen 1941 en 1942, maar toen het complex werd aangevallen door de Engelsen omdat die het vermoeden hadden dat de Tirpitz - het grootste Duitse slagschip uit de Tweede Wereldoorlog - er zou worden gestationeerd, lieten de Duitsers het complex verstevigen en de gigantische constructies van gewapend beton met metersdikke muren en plafonds zijn overweldigend als je er naar kijkt en doorheen loopt.
Beklemmend bezoek aan onderzeeboot
Zeker doen is een bezoekje brengen aan de Franse onderzeeboot Espadon in het complex. Hij ligt in het water in een van de bunkers en doet dienst als museum. Het schip uit 1960 dat 65 man huisvestte, was de eerste Franse onderzeeboot die onder het poolijs voer. In 1983 kwam de Espadon naar Saint Nazaire, werd opgeknapt en doet al sinds 1987 dienst als museum. Je kunt door de volledige boot lopen (pas op: stootgevaar!) en ervaar hoe het leven moet zijn geweest als je dagenlang letterlijk bent 'ondergedoken'. Een beklemmend bezoek!
Het lijkt net echt!
Net zo prachtig is het ernaast gelegen museum Escal'Atlantique. Voor de oorlog was Saint Nazaire het centrale punt waar talloze passagiersschepen naar Midden- en Zuid-Amerika vertrokken. In het bunkercomplex is op verschillende verdiepingen in allerlei ruimtes zo'n oceaanstomer nagebouwd, waardoor je voortdurend het gevoel hebt dankzij prachtige animaties en speciale effecten door een echt schip te lopen.
In een reddingsboot op het einde
Zelfs de bar is er met bartender Christoph, waar je even kunt uitrusten van je bezoekje aan dit bijzondere museum - je kunt van de bar ook als niet-museumbezoeker gebruik maken - en een lekkere cocktail laten maken of het lokale biertje Bouffey nuttigen. Helemaal op het einde van je rondgang door 'het schip' word je in een reddingsboot van de hoogste verdieping weer naar de begane grond in het water getakeld, voor een onvermijdelijk bezoekje aan de shop...
Bijzondere overnachting
Eco-Domaine la Fontaine aux Bretons is een prachtige plek om te dineren en te overnachten. In dit eeuwenoude kloostergebouw zijn nu prima hotelkamers gebouwd en proberen ze in het gedachtengoed van de monniken die er ooit huisden, ook volledig zelfvoorzienend te zijn. Dat betekent zonnepanelen voor de elektriciteit, biogas van de mest van de dieren voor de verwarming en voor het verbouwen van de vele tuingrond wordt gewoon lekker ouderwets een paard gebruikt voor het ploegen.
Er zijn varkens die de etensresten uit het restaurant opeten, ganzen, kippen, bijen, eenden, konijnen, paarden, ezels en elk dier dient een doel. Zelfs de cavia's worden ingezet: als grasmaaiertjes. De tuin is onafhankelijk van de keuken, de keuken is onafhankelijk van hotel en hotel weer onafhankelijk van de rest. Dus ze verkopen spullen aan elkaar en de tuin verkoopt ook producten op lokale markten.
Ook produceren ze zelf zo’n 3000 flessen wijn per jaar, grotendeels voor het hotel. En als de oogst is geweest lopen hier, zoals tuinman Tim het noemde, 'onderhoudsarme' Ouessant-schapen van het gelijknamige Bretonse eiland tussen de wijnranken door het gras te maaien. Een bijzondere plek dus!
Vissershutjes in zee
We zagen ze al in de diverse kustplaatsen die we hebben aangedaan: hutjes op palen op enige afstand in zee, verbonden door een plankier en met een groot vierkant net ervoor, een zogenaamde pecheur carlet. Je kunt ze in de steden voor een dagdeel huren om er te vissen, maar net zo goed om er met vrienden wat te drinken, te ontspannen en van de sunset te genieten.
In de hut van de voorzitter
Ook zijn er privé-vissershutjes langs de kust en op een ervan ontmoeten we Jack-Alain Guiho (75). Hij is voorzitter van de door hem opgerichte vereniging van deze sportvissers. Wil je ook op deze manier vissen, dan schrijf je je in voor een concessie voor 300 euro per jaar, geldig voor vijf jaar. Vervolgens laat je een hut bouwen. Dat kostte hem 30.000 euro.
De vissershutjes verlicht
De voormalige artistiek directeur van het jazzfestival in Nantes vertelt honderduit over zijn activiteiten. Zo heeft hij samen met zijn zoon, die ook artistiek directeur is, de Pêcheries en lumière verzonnen. Een drie weken durend lichtfestival waarbij de visserhutjes in de avond feeëriek worden verlicht. Om af te sluiten schenkt hij ons een glaasje 45 jaar oude eau de vie, gemaakt door z’n schoonmoeder. Oef...
Uitzicht rondom
Ook leuk: een dagje fietsen langs de Velo Vendee, maar liefst 1800 kilometer aan fietsroutes die weer onderdeel uitmaken van de Velodyssee. De laatste is een wel heel bijzondere kustfietsroute, want 11.500 kilometer lang van de Noordkaap in Noorwegen tot aan de Caminha in Portugal. Ook wel EuroVelo 1 genaamd. We stoppen bij de Kulmino, een watertoren uit 1980, tevens weerstation en uitzichtpunt. Dat laatste doen we en op zo'n zeventig meter hoogte kijk je helemaal rondom uit op de Atlantische kust.
Fijn zo'n elektrische fiets!
We fietsen door de Marche, een moerassig gebied. De huizen zijn er laag, vanwege de immer gierende wind over die moerassen. Voor bijna 2 meter lange Nederlanders oppassen geblazen als je een huis binnenstapt. En oh, wat waren we in die wind blij met onze elektrische fietsen...
Op bezoek bij de bijenboerin
De eerste van een aantal leuke rondleidingen die we deze dag bij lokale producenten hebben geboekt, is bij imker Anne Laure. De jonge bijenboerin heeft maar liefst 250 kasten met even zovele volkeren, waarvan een deel in het moerasgebied staat en een ander deel in het bos. Dat levert haar twee verschillende soorten honing op. In een kast wonen tussen de 20.000 en 80.000 bijen. In mei, juni, juli en augustus wordt er geoogst, een keer per maand, en dat levert haar tussen de 5 en 10 kilo honing per kist per oogst op.
Lekkere honing mee
Een bijenkoningin leeft zo’n 5 jaar. Na 3 tot 4 jaar kijkt de bijenhoudster hoe de koningin er bij staat qua fysiek en vervangt deze dan eventueel. De werkbijen leven zes weken in de zomer en vijf maanden in de winter. En natuurlijk namen we een potje knetterverse honing van Anne Laure mee naar huis!
Fijne biertjes
Nog een toffe stop op ons fietstochtje door de Marche was bij de brouwerij La Petite Ramoniere. Met louter lokale producten brouwen ze hier in twee maanden van het eigen graan diverse fijne biertjes. De vijf soorten zijn naar prachtige lokale vogeltjes vernoemd met net zulke mooie etiketten en het familiebedrijfje van Francois en echtgenote Ingrid produceert inmiddels tot zo'n 60.000 flessen per jaar.
Chocolade en oesters
Naast een bezoekje aan nog zo'n kleine lokale producent - de chocoladeproducten van Mélanie en Marion, waarbij je een prachtig kijkje in de keuken mag nemen - was de topper het bezoekje aan 'meneer Oester' David Lecossois in Fromentine. In de baai van Bourgneuf achter zijn bedrijfje liggen zijn oesterbanken waar de oesters drie tot vier jaar opgroeien. Dan komen ze naar de speciale bassins achter de winkel om te worden gecleand en gesorteerd op maat en zijn ze klaar voor de verkoop.
Smullen van de fruits de mer!
Op het terras staan diverse picknicktafels en alhoewel het geen restaurant is, mag je hier wel 'proeven' van de fruits de mer en de schaal die op tafel komt voor 25 euro pp is gigantisch! Wat hebben we gesmuld na de rondleiding van David en zijn medewerkers.
Leuke tips voor onderweg
Wij sliepen in Pornichet in Villa Flornoy, niet gek ver van het strand.
Lunchen dineren in La Baule: restaurant Le M
Leuk in Pornichet is Nina à la Plage, een gezellige strandtent met prima eten en lekkere cocktails.
Hotel le Robinson in Saint Jeans de Monts is een eenvoudig ietwat zakelijk hotel.
Het Art Café in Saint Jeans de Monts ligt aan de boulevard en met een beetje geluk nip je hier aan je cocktail of wijntje terwijl je betoverd wordt door een schitterende sunset!
Serpent d’ocean bij Brevin maakt onderdeel uit van een kunstroute die loopt langs de kust van Nantes naar Saint Nazaire.
Crepes is de typische Franse variant van onze pannenkoek. Bij Domaine de la Gressière in La-Bernerie-en-Retz eet je overheerlijke crepes en de Bretonse variant Galettes. Het pand is een prachtig 15e eeuws kasteel, dat ooit is afgebrand en weer opgebouwd met 24 hotelkamers en creperie voor lunch.
Nordic Walking blijkt een uitdaging
Maar goed dat onze allerlaatste 'beproeving' aan de Franse Atlantische kust een actieve is. Even een goeie workout na al die lekkernijen is niet gek. In de omgeving van Saint Jean de Monts worden we op een parkeerplaats in de duinen opgewacht door Luice Reigner. De 53-jarige graatmagere instructeur is nordic walking-gids. Een beetje wandelen met stokken dacht ik altijd, maar oei, wat kan een mens zich vergissen.
Zorg wel voor de juiste spullen...
Er komt heuse techniek bij kijken, die hij ons terwijl we diverse etappes door het prachtige duingebied afleggen, leert. En als we op het einde ook nog eens wat interval-trainingen moeten doen, ben ik er wel van overtuigd dat dit inmiddels is uitgegroeid fot een prima workout. En zoals altijd hangt dan ook alles af van de juiste equipment, laat Luice nog weten. Dus ga vooral niet naar Decathlon - gewaagd voor een Fransman over een Frans bedrijf - maar kijk naar Leki of Guidetti zegt hij.
To do: bezoek de Frans Atlantische kust
Voor ons was het een mooie afsluiting van een paar bijzondere dagen en hebben we een klein stukje kust ontdekt dat onnoemelijk veel te bieden heeft. Doen dus! Hieronder vind je nog meer foto's van mijn trip.
Info
Kijk voor nog veel meer over deze heerlijke regio op https://atlantischekustfrankrijk.nl/loire-atlantique/ en op https://atlantischekustfrankrijk.nl/vendee/