ZwitserlandVerrassend Lausanne

De in september 2022 overleden Frans-Zwitserse regisseur Jean-Luc Godard schijnt te hebben gezegd dat de vrouwen van Lausanne de mooiste benen van de wereld hebben. Omdat ze de hele tijd omhoog en omlaag moeten lopen. Over schoonheid van de benen zal ik niet oordelen, maar na een paar dagen Lausanne voel je ze tot in de kleinste spiertjes. De stad is gebouwd op drie 'verhogingen', met daartussen fikse dalen. Het hoogste punt in de stad ligt op 600 meter, het laagste punt (het meer van Genève) is 370 meter.

Lausanne: superleuk, hip, cool, duur

Het is dan ook geen stad voor mensen die slecht ter been zijn. Maar wel een heel leuke stad. Super gezellig, met heel veel jongelui vanwege de beroemde Hotelschool en de Technische Universiteit. Er is een überhip uitgaansgebied, Flon genaamd - naar een inmiddels gedempte rivier - waar het tot diep in de nacht bruist in discotheken, concertzalen, bars en restaurants, en waar je overdag terecht kunt in coole winkels. Neem wel een dikke portemonnee mee, want alles is stevig aan de prijs.

Fraaie uitzichten vanuit oude centrum

Ook in het oude centrum, met kronkelende en met kinderkopjes geplaveide straatjes, blijft het tot laat druk. Er zijn esplanades waar je in de open lucht van een biertje of wijntje kunt genieten. En van het uitzicht over de stad en het meer, want dat is natuurlijk wel een voordeel als een stad de hoogte in gaat. Zeker bij ondergaande zon zit iedereen nog even op een bankje of muurtje - het meer geeft een intens warme gloed aan het licht. 

Zwemmen in het meer

Je kunt trouwen ook fijn langs dat meer, hier Lac Leman genoemd, lopen, rennen, fietsen of flaneren. En je kan er ín - het water was de afgelopen zomer 22 graden. Vlak bij metro-uitgang Ouchy-Olympique is een vlonder met zwemtrap en douche. Misschien ligt het aan dat meer, of aan de bergen, maar de lucht in de stad is superschoon. 

Met de nachtwacht naar boven! 

Ondanks de danig verzuurde beenspieren beklimmen we ’s avonds even voor tienen de klokkentoren van de kathedraal. Al bijna 620 jaar roept een ‘guet’, een nachtwacht, hoe vaak de klok heeft geslagen - nu alleen nog maar tussen 22.00 en 02.00 uur - en daar kun je bij zijn (http://www.cathedrale-lausanne.ch/points-dinterets/le-guet-et-la-tour-de-beffroi/). Kost niks, en er is een formidabel zicht over de lichtjes van de stad en van de Franse kant van het meer. Die 150 treden omhoog en weer omlaag kunnen er dan nog wel bij. Ook overdag kun je trouwens de toren beklimmen.

Geschiedenisles met de gids

De volgende ochtend staan we paraat voor een stadswandeling met gids Hilary Bales, te boeken via Lausanne Tourisme. Ze vertelt over het ‘Vaudois-kwartiertje’: je mag 15 minuten te laat komen. Maar dat geldt alleen in het kanton Vaud, en niet in andere delen van Zwitserland of voor het openbaar vervoer. Dat gaat hier heel stipt. Terwijl ze er flink de pas in heeft en we langs allemaal leuke en bijzondere winkeltjes lopen, gaat ze door over het Keltische vissersdorp Ouchy, Romeinse ruïnes, de uitbreiding van de stad, rijke families, de geschiedenis van de kathedraal en al dat soort dingen meer. 

Olympische hoofdstad

Ze verlaat ons bij het Olympisch Museum. Zeg je Lausanne, dan zeg je Olympische Spelen; het hoofdkantoor van het IOC zit er sinds 1915. Juan Antonio Samaranch promoveerde toen hij voorzitter van het IOC was Lausanne in 1994 tot Olympische hoofdstad. En dan kun je niet zonder bijbehorend museum (entree volwassenen 20 CHF, https://olympics.com/museum). Er is van alles te ontdekken en te spelen, en buiten is een gratis toegankelijk beeldenpark.

Tal van musea! 

Lausanne is trouwens goed bedeeld met musea, voor zo’n betrekkelijk kleine stad (rond de 140.000 inwoners). In het nieuwe kunstdistrict Plateforme 10, naast het station, zijn er het Musée Cantonal des Beaux-Arts (vaste collectie gratis toegankelijk, https://www.mcba.ch), het Mudac (moderne kunst, https://mudac.ch) en het fotomuseum Elysée (https://elysee.ch). De drie musea zijn samen te bezoeken met één ticket (15 CHF). Maar er zijn er meer. In het Palais de Rumine bijvoorbeeld zitten de kantonnale musea voor archeologie, geologie en zoölogie, plus de universiteitsbibliotheek (gratis, http://www.palaisderumine.ch/le-palais/accueil/).

Wijngaarden vlakbij

Waar je écht niet omheen kunt, is de wijn. Lausanne ligt naast de Lavaux, een gebied wijngaardterrassen dat door Unesco op de Werelderfgoedlijst is geplaatst. De wijn, van de Chasselas-druif, wordt niet geëxporteerd; de productie is zo klein dat de Zwitsers alles zelf opdrinken (of ter plekke aan toeristen verkopen). We trekken een dagje uit voor een rondleiding en proeverij. Patricia Longet-Viruz van Cave de Moratel in Cully (derde generatie wijnmaker) loopt met ons door de wijngaarden van haar familie en vertelt over de wijnbouw (https://www.cavedemoratel.ch).

Toeristisch treintje, maar hoe leuk! 

Na een stevige lunch van worst, linzen en gegratineerde aardappelen, een recept van Patricia’s moeder, gaan we met een treintje (volwassenen 16 CHF, https://www.lavauxexpress.ch) de wijngaarden in. We generen ons een beetje, maar als we zien hoe steil het hier is, geven we ons over aan de pret. Af en toe klinkt er getoeter en gejuich uit de omgeving - oogstfeestjes. In de dorpjes ruik je de fermenterende druiven. En steeds weer dat uitzicht over de wijngaarden en het meer… Ach, soms is het best leuk om heel toeristische dingen te doen.