Verenigde StatenTexas, Fort Worth: het wilde westen
Fort Worth, de stad die niet kan kiezen tussen cowboydorp of wereldstad. Houden zo! Want de sfeer is precies goed – tijdens een wandeling door het centrum (downtown Fort Worth is een soort on-Amerikaanse, gezellige dorpskern) word ik in één stap honderd jaar terug in de tijd geworpen, drie stappen later ben ik weer keurig in het hier en nu. Zo gaat het de hele wandeling door. Fort Worth hecht veel belang hun geschiedenis; dat vertaalt zich in veel in scène gezette historie. Maar dat mag de pret niet drukken.
Onvoorstelbaar hoe twee steden die zo dicht naast elkaar liggen, zo verschillend zijn. Lees hier het verhaal over buurstad Dallas.
Fort Worth & John F. Kennedy
In het moderne downtown slaap ik in een Hilton Hotel, maar het moet gezegd: wel een met historische waarde. Vroeger droeg dit hotel de naam Hotel Texas, waar lievelingspresident John F. Kennedy zijn laatste nacht doorbracht en pal voor de deur zijn laatste speech hield. Sinds twee jaar – er moest even voor worden gespaard – staat hier een monument om de rol van Fort Worth in deze historische gebeurtenis te onderstrepen. Mooie gedachte, maar bij mij voelt het toch als mosterd na de maaltijd.
Meat in Texas
En daar krijg ik gek genoeg trek van. Ik ga naar Woodshed Smokehouse, waar televisiekok Tim Love niet kookt, maar grillt of roostert. Het water loopt me in de mond. Nu nog wel, vanaf morgen verandert dit geluksgevoel – na een overdaad aan barbecuerestaurants – in het scanderen van ‘No more meat!’ Ik sla er zelfs bij op tafel. Want in Texas krijg je ’s ochtends, ’s middags én ’s avonds láppen vlees op je bord. Met slaapkoekjes nog in de ooghoeken bestellen Texanen zonder blikken of blozen pancakes: drie duimendikke pannenkoeken in een soep van stroop en er bovenop: minstens drie gefrituurde halve kippen. Ik besluit al na dag twee het ontbijt voortaan over te slaan.
Je kiest een stuk rauw vlees uit dat ter plekke voor je wordt gebakken
Fort Worth by night
‘s Avonds zet ik die ene stap terug in de tijd: ik ga naar Billy Bob’s Texas, ‘s werelds grootste honky-tonk. Maar niet voordat ik mijn tanden weer in een stukje vlees zet in Cooper’s Old Time BBQ. Binnen zie ik pas dat het een soort supermarktslager is, waar je rauw vlees uitkiest dat ter plekke wordt gebakken en je bij de kassa afrekent. Achter de kassa eet je de maaltijd op aan een van de meterslange tafels met plastic stoeltjes in de TL-verlichte kantine. Ik neem spareribs. Mocht je hier ooit naartoe gaan: niet doen! Kies gewoon voor de steak. Twaalf minuten later sta ik weer buiten. Gezellig.
Line dance
In Billy Bob’s passen zo’n 6.000 mensen. Het is rustig vandaag, maar dat dit de plek is om op zaterdagavond te zijn, is duidelijk. Je kunt er alles: drinken, eten, shoppen, poolen, bull riden, en weet ik veel wat nog meer. Mij maak je al blij met mensen kijken, dus ik ga aan de statafel langs de dansvloer staan en kijk naar het line dancen. Gelukkig ben ik van de country muziek en stiekem wacht ik op een nummer van Dolly Parton. Die komt niet. Ik laat me niet kennen en stap ook de dansvloer op, waar ik als een houten Klaas net twee stappen te laat achter de rest aanhobbel.
Fort Worth Cattle Drive
Fort Worth is prima te fietsen. Als Nederlander laat ik dan ook de auto staan en stap op een van de fietsen van het Amerikaanse ‘witte fietsenplan’. De bike sharing-dienst wordt steeds populairder onder de Texanen. Ik volg de Trinity Trail langs de Trinity River en trap naar The Stockyards. Een filmset. Anders kan ik het niet omschrijven. Het ultieme westernstadje met alles erop en eraan, precies zoals het honderd jaar geleden was. In één van de hotelkamers in de straat ligt zelfs nog de revolver van Bonnie (van Clyde), die ze in haar vlucht zou zijn vergeten.
Texas Longhorns
Twee keer per dag vindt hier de Cattle Drive plaats, aan het begin van de twintigste eeuw werden de Longhorns dwars door de stad van en naar stal gebracht. Fort Worth houd deze traditie in ere, al is het maar voor de show. Ik heb me er iets te veel op verheugd, had het stierenrennen in Pamplona in mijn hoofd, dus ik was nogal teleurgesteld toen er nog geen twintig Longhorns op hun dooie akkertje door de straat sjokten. Ook de cowboys rondom de kudde hadden hun showtje iets te vaak weggegeven. Met lange gezichten zaten ze in hun zadels. Desalniettemin: dit had ik niet mogen missen. Het is als terugkomen uit Parijs zonder de Eiffeltoren te hebben gezien